Van bescheiden procedurestad naar zelfbewuste ‘mid-European city’
Hij is door medebestuurders en betrokkenen gewaarschuwd: geef niet te snel jouw mobiele nummer af. Want je wordt continu gebeld. Door Jan en Alleman die iets van jou wil of iets met jou wil overleggen. Op de meest onchristelijke tijdstippen. De jonge René de Heer – destijds 38 – sloeg het goedbedoelde advies in de wind. En nu – we zijn 12 jaar verder in de tijd – zou hij het zo weer doen. “Als wethouder van de gemeente Zwolle ben je van de stad, de inwoners en de bezoekers. Het hoort erbij en ik vind het ook gewoon heel erg leuk.”
We hadden hem al langer op de korrel. De wethouder van Zwolle met economische zaken in de portefeuille, die moet een keer in SOM! Tegelijk is het dan ook zo’n artikel dat altijd wel een keer kan worden geschreven. Maar eindelijk staat die afspraak met René de Heer in de agenda. We hebben er zin in! En dan, twee dagen voordat we in gesprek gaan, lezen we online dat de wethouder zijn vertrek bekend maakt. Hoe het verdict na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 ook luidt, de geboren Apeldoorner keert na de uitslag niet terug in het college van B&W.
Niemand had kunnen bevroeden dat dit een afscheidsinterview zou worden. Tenminste, wij niet…
“Nee, ha ha. Bij de start van deze derde periode van vier jaar dacht ik al dat het wel eens de laatste zou kunnen zijn. Ik sta daar ook nog steeds achter. Als wethouder en voorzitter Arbeidsmarkt Regio Zwolle, Werkbedrijf Regio Zwolle en Human Capital Agenda heb ik het de hele tijd over een leven lang leren, talentontwikkelingen en mensen de ruimte geven. Dan moet je zelf niet maar op die stoel blijven zitten. Twaalf jaar is ook een hele mooie periode. Er staat een nieuwe ploeg klaar waar ik veel vertrouwen in heb. Het is tijd voor een nieuw geluid.”
Toch moet het ook een dubbel gevoel geven…
“Klopt helemaal, want het werk is nooit af. De stad is nooit af. Maar elke politicus weet dat zijn politieke leven een einde kent en dat het elders verder gaat. Je moet er voor waken dat je een karikatuur wordt van jezelf. Met Kerst had ik het idee dat het hoge woord er uit moest.”
Dan duurt het dus nog bijna een jaar voordat het echt naar buiten komt…
“Dat is ‘het proces achter de deur’. Je hebt het er met de fractievoorzitter en met het partijbestuur over dat je langzaam naar een andere route gaat kijken. Maar ik ben niet zo’n type die tijdens een crisis weg gaat. In coronatijd komt van alles op ons af en dan wil ik de periode dus gewoon afmaken.”
René de Heer lijkt een geboren politicus. Met 30 jaar in de gemeenteraad, met 38 jaar een mooie wethouderspost. Het is dus niet zo vreemd dat hij in een regionaal medium werd omschreven als politiek dier. Zeker als je beseft dat hij op z’n achtste (!) al werd gegrepen door het charisma van Hans Wiegel, de eminence grise van de VVD. “Zo’n interessante man. Toen wist ik wel wat ik wilde worden.” Daar, in het gezin van vaste CDA-stemmers, is het politieke zaadje echt geplant. Mede gevoed door de gezamenlijke grote verontwaardiging richting Joop den Uyl, de voorman van de PvdA. “Dat was de man die Nederland in onze ogen naar de verdoemenis had geholpen. Tussen mijn 14de en 16de hebben mijn vader en ik veel gesprekken gehad. Dat het tijd was om mijn eigen keuzes te maken. Hij zag blijkbaar ook wel dat er een liberaal in mij schuilde.”
Ondanks zijn vroege carrièrekeuze had de bestuurder op de middelbare school nog wel wat schoppen onder zijn achterste nodig. “Ik was best een vervelend mannetje en stond vaak op de gang. De biologieleraar ging daar met mij het gesprek aan. We dronken een kop koffie en hij benadrukte dat ik zelf het stuur in handen moest nemen. Daarna ging het crescendo. Glansrijk geslaagd voor mavo en daarna havo. Je hebt dus altijd een keuze in het leven maar soms heb je iemand nodig die je er op wijst. Ik koos voor de HBO-lerarenopleiding. Geschiedenis, daar hou ik enorm van. En aardrijkskunde. Daar tipte een docent mij om naar de universiteit te gaan en de academische graad te halen.”
Na tien jaar gemeenteraad vertrok de zittende VVD-wethouder. “Hij deed niet wat we hadden afgesproken.” De Heer was op dat moment directeur van een communicatie- en ontwerpbureau in Enschede en overwoog serieus om het over te nemen. “Toen kwamen ze bij me. Ik zat al lang in de gemeenteraad en had al de onderhandelingen gedaan voor het coalitieakkoord. Eigenlijk kon ik van de een op de andere dag inhaken. Boven op een berg in Oostenrijk besloot ik de uitdaging aan te gaan. Tenslotte had ik voor de politiek gekozen om mensen een stem te geven.”
Heb je altijd iets gehad met het gemeentelijke?
“Ja, ik vind de lokale politiek de mooiste schaal. Al sluit ik niet uit dat ik ooit nog een keer op landelijk of provinciaal niveau iets ga doen. Het was mijn doel om dicht bij de mensen te staan.”
Dichtbij de burger en dichtbij de ondernemer. “Toen ik aantrad, was Zwolle best nog wel een procedurestad.
Als een plan niet paste in een proces of stedenbouwkundige procedure was het antwoord nee. Of het moest worden aangepast zoals de gemeente het wilde. Maar al die ondernemers zorgen wel voor banen, initiatief en ideeën. Als het niet kan, moeten we kijken hoe het wel kan. Inmiddels kunnen we in Zwolle zeggen dat veel mogelijk is. Overigens heb ik dat natuurlijk nooit alleen gedaan. Altijd samen!”
Maar, de contouren van deze cultuurverandering kunnen we wel op jouw conto schrijven?
“Dat moeten anderen uitmaken, maar bestuurders horen niet in een ivoren toren te zitten. Iedereen mag mij bellen of via een social medium proberen te bereiken. Op elk tijdstip. Mijn telefoonnummer is geen geheim. En dat weet de stad ook.
In die periode heb ik ook heel snel geleerd dat je niet werkt voor de partij, maar voor de stad. Er zijn verschillen tussen de partijen, maar er is altijd een volgende dag. Dus, je kunt wel ruzie blijven maken, maar het is beter om op zoek te gaan naar die pragmatische oplossing.
Het grootste cadeau dat nooit weggaat, is onze ligging. In het centrum van Nederland. Dat betekent dat veel partijen dus alleen daarom al voor Zwolle kiezen. Dan moet je als bestuurders zorgen dat je ruimere kaders in het beleid opneemt. En met de gemeenteraad het gesprek aangaat. Willen we stimuleren en faciliteren richting ondernemers? Of behouden en daarmee de voortgang van Zwolle blokkeren?”
Had Zwolle dus ook last van die bekende oosterse bescheidenheid?
“Ja, maar het is valse bescheidenheid en dat moet je van je af schudden. Kiezen voor het zelfbewust omgaan met economische groei. We zijn toen ook meer betrokken geraakt bij allerlei netwerken en connecties bij provincie en Rijk.”
Persoonlijk vind ik het best wel bizar dat je tot dat moment eigenlijk wordt vergeten. Zwolle, één van de hoofdsteden van Nederland…
“Ja, maar dat deden we zelf hè. Er zijn natuurlijk een paar mooie ontwikkelingen, zoals de Hanzelijn, waardoor de Randstad dichterbij komt. En Zwolle dichterbij de Randstad. Waardoor het voor mensen interessant wordt om in plaats van Amersfoort in Zwolle te gaan wonen.”
‘Squaring the triangle’
De Heer is trots op wat hij inmiddels wel zijn stad durft te noemen. Maar als hij de stad noemt, wordt in één adem ook het ommeland genoemd. “We mogen nooit vergeten dat Zwolle het niet alleen kan. We hebben 100.000 banen in de stad. Met een beroepsbevolking van om en nabij de 70.000. Meer dan de helft gaat buiten de stad werken, dus we hebben een enorm groot arbeidstekort van eigen inwoners.”
De samenwerking tussen de stad en het ommeland kreeg gestalte met de oprichting van Regio Zwolle waarbij maar liefst 22 gemeenten zijn aangehaakt. “Op basis van vrijwilligheid, maar niet vrijblijvend”, benadrukt de vertrekkende wethouder. “Iedere gemeente moest wel een duit in het zakje doen. Maar daardoor is een regio gegroeid waar niemand meer omheen kan. Zo’n vijf jaar geleden kregen we – zonder er voor te betalen – een artikel in de Financial Times. Ze wilden graag in gesprek met een mid-size European city. Ze waren benieuwd naar onze ambitie. Nou, als je het in Nederland hebt over het kerngebied qua economische ontwikkeling, dan kun je een driehoek trekken tussen Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven en dan valt Utrecht er ook nog binnen. Ik gaf toen aan dat het beeld niet correct was. Het moest een vierkant worden, omdat Zwolle er ook bij hoort. De Engelsen wisten dat heel mooi te verwoorden tot ‘Zwolle is squaring the triangle’. Dat was vijf jaar geleden, maar ik denk dat we nu wel dat moment hebben bereikt. Zwolle is van een hele bescheiden stad een zelfbewuste stad geworden. En heeft mede daardoor ook de regio zelfbewust gemaakt.”
Klinkt allemaal prachtig, maar we moeten toch vragen wat het kleine bedrijf in Salland daar van terugziet. Wat kun je zeggen tegen die ondernemer die het sterke vermoeden heeft dat al het geld naar Zwolle gaat?
“Ik zie daar geen tegenstelling. We vullen elkaar juist prachtig aan. Met het regionale MKB als kurk van onze economie en de stad die met 60.000 studenten in toegepaste studies een hotspot in de kenniseconomie vormt. Zo omschreef Elsevier het deze week nog. Lokale bedrijven vestigen hun Research & Development in de stad en stellen daarmee hun toekomst in de regio veilig. Die samenwerking brengt ons allen werk en inkomen.
Ik vind sowieso dat je altijd moet uitleggen wat het belang van Regio Zwolle is. Simpel gesteld is het de macht van het getal. Als gemeente kun je wel rechtstreeks naar Den Haag stappen, maar dan wordt er niet naar je geluisterd. En dat gebeurt wel bij de Regio die zo’n 780.000 inwoners vertegenwoordigt en een kleine 34 miljard euro bijdraagt aan het Bruto Nationaal Product.”
Politiek met schone lei
Het mooiste voorbeeld van wat je met de samenwerking kan bereiken, is het thema arbeidsmarkt. Door het dreigende tekort aan vakmensen worden bedrijven geremd in hun groei en moeten ze soms zelfs vrezen voor hun voortbestaan. Regio Zwolle is met een plan van aanpak onder de arm naar Den Haag gegaan. “De zogenaamde Regio Deal heeft ons 22 miljoen euro uit Den Haag opgeleverd. Niet slecht op een investering van om en nabij de 66 miljoen. Dat hadden we anders nooit voor elkaar gekregen. Ondernemers kunnen hun businessmodel laten checken om het toekomstgerichter te maken. En er is een individuele route met een voucher voor mensen om zichzelf te ontwikkelen. Iemand werkt aan zichzelf en daarmee voorkom je misschien wel dat iemand in de bijstand belandt.”
Hoe gaan de mensen zich straks jouw wethoudersperiode herinneren?
“Ik denk wel dat ze het label ‘samen’ op me gaan plakken.”
Als in een beweging?
“Ja! En zo koppelen ze mijn naam ook wel aan Regio Zwolle. Laatst zei iemand nog dat ik mensen actief krijg. Zonder macht uit te oefenen, maar met het woord. Op basis van inhoud. Dat vind ik ook belangrijk. En dat geldt zeker voor de Human Capital Agenda. Zit je in de bijstand, dan moet je solliciteren en re-integreren. Dat proces kan soms wel twee of drie jaar duren en het kost zo’n 175.000 euro. Zet nu eens een schijntje van dat bedrag in om iemand in z’n werk op te leiden voor een nieuwe baan met nieuwe competenties. Dan ben je wendbaar én weerbaar voor de arbeidsmarkt. En doe je dat ook nog eens voor alle mensen, dus ook mensen met een beperking, dan maak je er een inclusieve arbeidsmarkt van! Ik ben ongelooflijk trots op onze aanpak van de arbeidsmarkt. Voor mij komt daar ook wel veel samen. In mijn jeugd was er iemand die mij een zetje in de rug gaf. En nu helpen wij mensen om een stapje verder te komen en in talenten te investeren.”
Trots is hij zeker ook op de realisatie van de nieuwe WRZV-hallen. Een sport- en sociale voorziening die midden in de samenleving staat. “Als politicus kun je een dossier krijgen dat halverwege in de fik kan vliegen. Dan moet je al jouw politieke capaciteiten bijzetten om het voor elkaar te krijgen. Hier was sprake van een voorziening waar iedereen altijd een mening over had. Over de belastingschuld, het achterstallig onderhoud of juist de grote maatschappelijke waarde. Daardoor kwam het niet verder. Dan moet je politiek met de schone lei bedrijven. Weggaan waar je was, alles afronden, nieuw gebouw neerzetten en nieuwe afspraken maken.”
Het was wel een hoofdpijndossier
“Zeker! Vooral toen ik de gemeenteraad moest vertellen dat het 5 miljoen euro extra ging kosten…”
Je geeft aan dat je je nog aan het oriënteren bent op een nieuwe toekomst. Kun je aangeven in welke richting het gaat?
“Bij de huidige gezinssituatie past het voorlopig niet om te verhuizen. Dus, sommige functies zijn dan even uitgesloten. Het lijkt me fantastisch, maar voorlopig nog even geen burgemeesterschap. Voor de rest ligt alles open en dan vind ik het eigenlijk wel weer leuk om een uitstapje te maken naar het bedrijfsleven. Maar dan wel graag op het snijvlak van publiek en privaat.”
Stel dat de mensen met wie je hebt gewerkt – collega’s op het gemeentehuis, ondernemers, burgers – jou met één karaktertrek moeten beschrijven. Wat komt er dan naar boven?
“Duidelijkheid. En durven te kiezen!”
Dat klinkt bijna a-politiek… Maar is dat dan het liberale?
“Ja. En het pragmatisme dat daar bij hoort. Een ondernemer heeft niets aan mistige teksten. Als een ondernemer bij me komt met de vraag om een groot terras neer te zetten op het Rodetorenplein en ik weet dat het niet mag, dan zeg ik nee. Maar ik stel dan wel de vraag wat hij er mee wil bereiken. Dat probeer ik de gemeentelijke organisatie ook mee te geven. Een mooi voorbeeld is een ondernemer die rond zijn bedrijf graag wat groen wilde planten. Het paste alleen niet in de groenstructuur. Het werd tot drie keer toe afgewezen, maar niemand die eens vroeg wat hij eigenlijk wilde. Dus, niet zeggen hoe het niet kan, maar vragen hoe het wel kan.”
Iedere bestuurder wil graag vertrekken met het gevoel dat alles is afgerond, maar dat is natuurlijk een utopie. De Heer vindt het bijvoorbeeld erg jammer dat hij de ontwikkeling Broerenkwartier niet kan afronden. “Iedere grote stad heeft in het centrum een plek waar je niet wilt komen. Dat is bij ons het Broerenkwartier, rondom de vroegere V&D. Sinds de vastgoedcrisis zijn we daar bezig met een andere invulling. Bestemmingen worden losgelaten omdat je vrij moet durven te denken. Een mooi stukje plein is klaar en daar omheen wordt veel gebouwd. Een complete verandering van het gebied. Ik vind het jammer dat ik het niet kan afmaken en ik zou mijn opvolger wel willen adviseren om er bovenop te zitten.”
De problematiek van een grote stad. Dat bespreek je ongetwijfeld wel eens met wethouders van andere steden. Wat leer je daar van?
“Het is altijd belangrijk om je authenticiteit te behouden, maar wat je van een Amsterdam en Rotterdam kunt leren, is het zelfbewustzijn. Zij hebben altijd een plan dat vele malen meer geld kost dan dat er is. Maar dan ga je onderhandelen met Den Haag. Ze steken hoog in: dit gaan we doen, we gaan het zelf betalen en de landelijke overheid gaat helpen om het te versnellen, te verbeteren en meer kwaliteit toe te voegen. Anders ga je pinnen. En het Rijk heeft wel wat anders aan het hoofd dan de pinautomaat van de regio te zijn.”
Tot slot: met welke economische ambities kan jouw opvolger aan de slag?
“We kunnen een aantal sectoren meer en beter op de kaart zetten. Zoals maakbedrijven die allerlei spannende dingen creëren. In samenwerking met de creatieve industrie – design en ontwerp – liggen daar mooie kansen voor onze regio. Ook hebben we een ongelooflijk sterke kunststoffensector. Aangezien aardolie eindig is hebben we ons hier helemaal geconcentreerd op het hergebruik van materialen. Dat doen we bij Polymer Science Park. Verder springt onze regio er uit als het gaat om praktische toepassingen van gezondheidsoplossingen. Dat zijn de drie speerpunten waarin we als Zwolle moeten investeren. En tegelijk moeten we meer aandacht besteden aan starters en startups. Juist in die drie sectoren. Maak er een lange lijn van. Zodat je over 5 of 10 jaar kunt excelleren.”