“Het Wagenmans-DNA willen we altijd in ere houden”
Keurig in pak en met een sigaar op z’n lip stond Gerrit Wagenmans vanaf 1934 achter de toonbank van zijn kruidenierswinkel. Hij verkocht álles wat je je maar kunt bedenken, van klompen en sieraden tot aan kleding en babyspullen. Al die jaren later pronkt op exact diezelfde plek Gerrits foto op een prachtig fotozuil. We zijn drie generaties verder, maar de winkel bestaat nog altijd. Onder leiding van zijn kleinkinderen viert Wagenmans dit jaar een heel bijzonder negentigjarig jubileum.
“Mijn vader was altijd heel erg bezig met vroeger en ik vond dat altijd zó irritant. Nou, kijk me nu, haha!”, lacht Bas Wagenmans terwijl hij ons langs een jubileumzuil vol oude foto’s leidt. “Blijkbaar komt dat met de jaren, want ik betrap mezelf er steeds vaker op dat ook ik steeds weer die oude zwart-wit foto’s erbij zoek. Die zijn toch het leukst.” Bas wijst naar één van de foto’s op de zuil. “Kijk, deze bijvoorbeeld. Hier zie je mijn vader samen met mij en mijn broer. Kwast in de hand. Dat is precies hoe ik mijn jeugd herinner. Mijn broer Joris, zus Aukje en ik zijn letterlijk opgegroeid in deze winkel. We waren hier dag en nacht, liepen hier altijd rond. Dat gevoel met klanten is ons met de paplepel ingegoten, zit in ons DNA. Heel bijzonder dat we ons familiebedrijf nu met z’n drieën runnen.”
Alles begon dus negentig jaar geleden op exact deze plek langs het kanaal in Lemelerveld. Gerrit, de opa van Bas, opende daar een typische Winkel van Sinkel waarin hij allerlei verschillende producten verkocht. De katholieke kerk was dichtbij, dus kerkgangers kwamen automatisch boodschappen doen bij Wagenmans. Zo ging dat in die tijd. Samen met zijn vrouw werkte Gerrit hard en hij bouwde een trouwe klantkring op. “Het leek nog in niks op de woonwinkel die we nu kennen, maar het was wel het officiële begin van het merk Wagenmans”, zo vertelt Bas. “Pas in de jaren zestig begonnen we voor het eerst meubels te verkopen. Een idee van mijn vader Jan. Hij werkte in een meubelwinkel en zag daar wel markt in. Mijn opa vond het maar een slecht plan, maar mijn vader was vastberaden. Hij had heel goed door dat er een koerswijziging moest komen om bestaansrecht te hebben.” Bas lacht om de herinnering: “Hij zei: ‘Pa, het kan niet meer zoals jij dit nu doet. Kijk eens naar Raalte, daar hebben ze een supermarkt met winkelkarretjes!’ En dus bouwde mijn vader achter de oude kruidenierswinkel een klein schuurtje waarin hij met meubeltjes begon. Heel langzaam bouwde hij dat samen met mijn moeder steeds een beetje verder uit. En dat sloeg aan! De ruimte was al vrij snel te klein en dus werd het oude winkeltje afgebroken en werd er een nieuwe winkel neergezet.”
Nooit nee
Naast de nieuwe winkel woonde de hele familie Wagenmans. Jan, zijn vrouw Annie en hun drie kinderen beneden, terwijl de bovenverdieping werd bewoond door opa en oma. “Ons privéleven en de winkel waren één”, zo vertelt Bas over zijn jeugd. “Tegenwoordig weten mensen dat de winkel om 17.30 uur echt dicht is, maar vroeger liepen klanten gewoon achterom naar ons huis. Als ik aan die tijd denk, dan zie ik ook altijd en overal klanten. In de winkel, maar ook bij ons aan de keukentafel. En wij zaten er gewoon tussen. Mijn ouders werkten veel en vaak, maar ik heb dat nooit als iets negatiefs gezien. Ze hadden echt hart voor hun werk.”
Bas valt even stil terwijl hij een blik werpt op zijn zus die samen met een klant door de winkel loopt. “Weet je, mijn vader heeft een heel duidelijk Wagenmans-DNA neergezet. Hij hield van het persoonlijke contact met klanten. Hij wilde ze écht helpen, dus hij was altijd aan het meedenken, manoeuvreren en aanpassen. Mijn vader had oprecht een rotgevoel als een klant ontevreden was. Hij zei daarom nooit ‘nee’, maar altijd ‘dat komt wel goed, gaan we regelen.’ Dit werd er bij ons zo ingeramd, dat dit inmiddels echt onderdeel is van onze bedrijfsfilosofie. En natuurlijk is dat weleens ingewikkeld, maar uiteindelijk werpt het z’n vruchten af. Dat klinkt ouderwets, maar de klant is hier echt koning. Ik hoef geen snelle, gladde verkopers waarbij scoren op één staat, ik wil blije, gelukkige klanten. Ik weet zeker dat we best weleens te veel tijd aan één klant besteden, maar diegene krijgt wél het allerbeste advies en een stukje oprechte aandacht. Ik geloof dat mensen die hier binnenstappen dat ook echt voelen.” Als je Bas vol trots en passie hoort praten over de winkel, dan zou je zeggen dat hij altijd al wist dat hij Wagenmans wilde overnemen. Niks is minder waar. Want hoewel hij samen met zijn broer en zus altijd rondliep en meehielp in de winkel, was geen van drie bezig met een eventuele overname. “Mijn ouders hebben ons nooit gepusht, dus we gingen lekker onze eigen weg. Ik vond het leuk om ’s avonds en in het weekend te helpen, maar ik heb voor mijn twintigste nooit gedacht: ‘Goh, ik ga hierin verder.’ Totaal niet zelfs. En mijn broer en zus ook niet. Ik droomde wel van het ondernemerschap, maar het enige wat ik wilde was een eigen sportwinkel. Ik liep stage bij mooie bedrijven, maar gek genoeg voelde ik altijd de neiging om weer naar huis te komen om lekker in de winkel te helpen. Dat trok, steeds weer. Ik kwam in een spagaat terecht toen ik een baan kreeg aanboden bij mijn afstudeerstage. Ik kon niet kiezen, wist niet wat ik moest doen. Ik ging er bijna aan onderdoor, zo zwaar woog dat op me. Uiteindelijk koos ik voor de winkel hier. Mijn vader kondigde me groots aan als opvolger. Dat was helemaal niet mijn intentie. Ik was nog hartstikke jong, wilde hier gewoon in dienst. Ik voelde een enorme druk en verantwoordelijk. Dat veranderde toen de helft van de winkel afbrandde. Terwijl ik in de vlammen keek voelde ik: dit is het. Vanaf dat moment heb ik nooit meer getwijfeld. Ik krijg gewoon weer kippenvel als ik aan dat moment denk.”
Stapje voor stapje
Met de komst van Bas deed de derde generatie officieel z’n intrede in het familiebedrijf, maar dat betekende zeker niet dat vader Jan van zijn pensioen ging genieten. “We hebben het nog heel wat jaren samengedaan”, zo vertelt Bas over die periode. “In die tijd hebben we echt grote stappen gezet en zijn we begonnen met uitbreiden. Heel geleidelijk, steeds een stukje verder. Van vijf naar tien en van tien naar vijftien medewerkers. Mijn vader was daarin altijd heel duidelijk: hij wilde verder groeien en blijven vernieuwen, maar dit mocht nóóit ten koste gaan van de kwaliteit. Dus alles ging stapje voor stapje en zo groeiden we heel natuurlijk. Niet met een uitgedacht plan, gewoon op het onderbuikgevoel.”
En zo ging Wagenmans van een paar meubeltjes naar meer meubels en daarna breidden ze langzaam uit met andere takken zoals slapen, vloeren en raambekleding. Die geleidelijke groei werd ook doorgezet toen Joris en Aukje in het bedrijf kwamen.
“Zo kwamen er dankzij Joris’ creatieve ideeën allerlei nieuwe kansen bij. We begonnen bijvoorbeeld met interieuradvies en het maken van interieurtekeningen en moodboards. Dat is voor ons echt de volgende stap geweest. Tegelijkertijd bracht Aukje weer heel veel structuur en organisatorisch talent met zich mee. We werden steeds groter, dus dat hadden we hard nodig. Met z’n drieën zijn we helemaal in balans en vullen we elkaar perfect aan. Samen zetten we steeds weer nieuwe stappen. Zo hebben we de winkel een paar jaar terug verder uitgebreid en zijn we ook projecten voor de zakelijke markt gaan doen. Dus hoe geleidelijk ook, we zijn continu bezig met vernieuwen en het zoeken van nieuwe kansen. Als woonwinkel moet je in deze tijd ook wel, want hoe ga je je anders onderscheiden? Hoe zorg je ervoor dat mensen speciaal naar Lemelerveld rijden? Wat ons betreft door altijd meer te bieden dan anderen, door compleet te zijn in ons aanbod en door steeds weer met creatieve en originele oplossingen te komen. En door altijd fantastische vakmensen te hebben die meer weten dan de rest.”
Met die fantastische medewerkers benoemt Bas overigens nog een belangrijke succesfactor van Wagenmans. Het bedrijf heeft namelijk altijd bewust veel tijd, geld en energie geïnvesteerd in het neerzetten van een sterk, specialistisch team vol ervaring én jong talent. “We zijn inmiddels met dertig man en een groot deel van ons team werkt hier al jaren. Wij zijn loyaal aan hen en zij aan ons. Mijn opa had vroeger één werknemer en die heeft vijftig jaar voor ons gewerkt. Hij is 85 en loopt hier nog steeds regelmatig rond. En zijn zoon en kleinzoon werken hier nu ook. Ik denk dat dit heel veel over ons bedrijf zegt. Het is zo belangrijk om de juiste mensen op de juiste plek te hebben staan. We zijn ons heel erg bewust van de identiteit die Wagenmans heeft opgebouwd in negentig jaar, dus ik vind het heel belangrijk dat je dit bij al onze mensen terugziet. Het Wagenmans-DNA staat daarin altijd voorop en daar moet iedereen zich wel naar schikken. Al onze medewerkers stralen die passie voor het vak uit en maken oprechte verbinding met onze klanten. Onze vader is twee jaar geleden overleden, maar dat specifieke Wagenmans-DNA willen we altijd in ere houden”, zo vertelt Bas met tranen in z’n ogen. “Dit was zijn levenswerk. Hij was hier dag en nacht, ook toen hij allang met pensioen was. Hij was jarenlang onze verbindende factor, dus na zijn overlijden hebben we het echt wel moeilijk gehad. Dat gevoel dat hij ons altijd gaf… Die trots. Dat gevoel dragen we bij ons, want wat zijn wij trots op ons familiebedrijf en dit negentigjarige jubileum. We gaan alles op alles zetten om die honderd te halen. En daarna? We zouden het fantastisch vinden als er een vierde generatie komt, maar dat gaan we in de toekomst wel zien.”
SOM’s succesfactor
De ene onderneming blijft worstelen om het hoofd boven water te houden, de ander slaagt erin om alles wat het aanraakt in goud te veranderen. Is het goed ondernemerschap, is het geluk of is het een kwestie van wachten tot de juiste kans voorbijkomt? Of is het een combinatie van factoren? Het Sallands Ondernemers Magazine wil het naadje van de kous weten. Oftewel, wat is de SOM’s Succesfactor? Voor deze editie gaan we in gesprek met Bas Wagenmans van Wagenmans Wonen.