Marlies van Wijhe leidt Koninklijke Van Wijhe Verf én maakt zich sterk voor een betere wereld
De afspraak met het Sallands Ondernemers Magazine stond al even in de (digitale) agenda en toen ineens was daar het verzoek vanuit Den Haag. Of Marlies van Wijhe (57) zich even vrij kon maken voor een gesprek. Waarover en met wie…dat komen we waarschijnlijk nooit te weten. Maar helemaal nieuw is het niet voor de CEO van Koninklijke Van Wijhe Verf. Ze wordt namelijk wel vaker gevraagd. Om als sparringpartner, representant en/of klankbord te fungeren. Voor meerdere ministeries en partijen van divers pluimage.
Dan verwacht je misschien dat ze direct in de houding schiet en de afspraak met ons verplaatst. Maar nee! We zijn gewoon welkom en Den Haag moet maar even wachten. Dat doe je goed Marlies! Je hebt op voorhand al punten gescoord! Moeten we ons vereerd voelen. “Ja, natuurlijk!”, zegt ze met een volle lach. Om dan serieus te vervolgen: “Ik zeg altijd dat ik een fluïde agenda heb. Ik moet laveren tussen alles wat belangrijk is voor de tent en of het past. Dit interview vond ik belangrijk en voor het gesprek in Den Haag kon ik me door de korte termijn eigenlijk niet meer goed voorbereiden.” Het helpt waarschijnlijk ook niet dat ze enorm veel moeite heeft met hoe de overheid op dit moment ‘in de wedstrijd staat’. Hier komt dan toch even een stukje opgekropte frustratie naar boven. “Ik vind ze nogal besluiteloos. Liever geen besluiten nemen als het wellicht stemmen kost, dat lijkt het credo te zijn. Wie zorgt er nu in vredesnaam voor dit land? Je ziet wat er gebeurt als er geen besluiten worden genomen. Er is zoveel kennis in dit land, maar wanneer we het willen vertellen, luisteren ze niet. En als ze moeten besluiten, weigeren ze om het op te halen. Neem de situatie in Ter Apel. Acht toiletten op ongeveer zevenhonderd mensen. Dat was ongeveer de verhouding, toch? Wie haalt het in z’n hersens? Ik hoorde vanmorgen dat de helft van de bevolking zich zorgen maakt en het niet meer vertrouwt. Ik hoor bij die helft. Helaas… Ze kunnen niet organiseren en niet anticiperen. Of willen het niet.”
‘Lonely at the top’
Het was een vraag voor het einde van het gesprek, maar kriebelt het dan niet…
“Om de politiek in te gaan? Dat wordt mij vaak gevraagd, maar ik zou er helemaal kapot gaan, omdat ik geen politiek dier ben. Uitruilen is daar een vak geworden en dat is niet ok. Nee, mijn hart ligt bij het bedrijfsleven en niet bij de politiek.” Ondanks die diepgewortelde frustratie over de landelijke politiek blijft ze wel in gesprek met de landelijke politiek. “Als je niets doet…”, laat ze bewust een stilte vallen. Om dan weer op te veren. “Daar heb ik helemaal een hekel aan. Mensen die roepen dat het toch allemaal geen zin heeft. Dan ben je mij echt aan het verkeerde adres. Ik ga net zo lang door met vechten totdat de bierkaai wint.”
Strijdbaar, dat is ze. Altijd al geweest. Net iets voorbij midden dertig trad ze al in de voetsporen van haar vader als de nieuwe leider van het familiebedrijf dat groot is geworden in de verfbranche. De vraag kwam overigens al in de periode dat ze nog studeerde aan de universiteit in Groningen. “Maar ik wilde daarna eerst nog bij een ander bedrijf – chemieconcern DSM in Limburg – werken. Moest er toen ook nog niet aan denken om onder mijn vader te werken.”
Vanaf dat moment was het pad al wel uitgestippeld
“Ja, jawel. Je kunt dan wel blijven roepen dat het niet zou hoeven, maar dan is die keus al wel gemaakt.”
Het is ook te leuk om te laten schieten
“Ja, het biedt heel veel vrijheid. Ik heb dat ook aan mijn vader gezien. Je hebt zoveel keuzes die je zelf kunt maken. Sommigen vinden dat naar en doen het liever niet, maar ik vind het heerlijk. De uitspraak ‘het is lonely at te top, maar de wind waait verrekte lekker om je neus’ is een gevleugelde uitspraak in de familie geworden. Want, dat is het wel. Je kunt zelf bepalen welke kant je op gaat. De ene keer is de keuze beter dan op het andere moment, maar dat hoort erbij.”
Beklemt het niet als je op die leeftijd al zo’n beslissing moet nemen?
“Nee! Dat heb ik nooit zo ervaren. Ik vond het een hele logische ontwikkeling.”
Als het familiebedrijf er niet was, was je waarschijnlijk ook ondernemer geworden?
“Dat vragen ze wel vaker… Ja, waarschijnlijk wel. Ik ben te eigenwijs.”
Was het dan heel iets anders geworden?
“Dat weet ik echt niet. Ik ben opgegroeid tussen de verfpotten. Het heeft me altijd gefascineerd. Net als de chemie. Dat was ook de reden dat ik naar DSM ben gegaan. Op school was ik geen echte bêta, maar scheikunde en natuurkunde vond ik altijd hele boeiende vakken. Ik was er niet extreem goed in, maar ben wel blij dat ik het heb gehad. Ik ken mensen die bij het woord molecuul al gillend de kamer uit hollen. En ik vind het juist reuze interessant. Nee, economie vond ik een waardeloos vak. Bedrijfskunde daarentegen was wel weer leuk. Waarom? Het is breed en je wordt als generalist opgeleid. We weten van een heleboel iets en ja, dat is genoeg om een bedrijf te leiden. Ik vind het heerlijk, zo’n breed spectrum van vakgebieden. En als het de diepte in moet, dan vertrouw ik op de kennis en kunde van de mensen die daar hun vak van hebben gemaakt.”
Heeft jouw vader je losgelaten?
“Ja!”
Een opdracht meegegeven?
“Nee, nou ja… Probeer geen verlies te draaien. En dat is tot nu toe gelukt.”
Verfkoningin
Zelfs de meest onhandige persoon op aarde heeft wel eens in een bouwmarkt gestaan. En een kwast in de handen gehad. Dan heb je ongetwijfeld ook wel eens een blik Wijzonol van Koninklijke Van Wijhe Verf in de handen gehad. Of op z’n minst gezien in één van de schappen. Dat kan niet anders, want het Zwolse familiebedrijf (sinds 1916) mag tot de top 3 in de Nederlandse verfbranche worden gerekend. Hoewel haar bedrijf de kleinste van de drie is, heeft Marlies van Wijhe niet het idee dat ze een inhaalslag moet maken. “Nee, totaal niet. We hebben minder geld, dus we kunnen inderdaad minder uitgeven aan marketingcampagnes. Maar ik hou er juist wel van om met minder meer voor elkaar te krijgen. Het maakt je creatief. Dat geef ik de mensen in het bedrijf ook mee. Probeer het maar op een andere manier en ze vinden dat leuk. Nee joh, wij kunnen de concurrentie aan en behoren tot de top 3. Een mooier compliment kunnen we toch niet krijgen?”
Het minste geld in de top 3. Dan ben je dus eigenlijk nummer 1!
“Ha! Wij zijn inderdaad wel de grootste privately owned paint company van Nederland…”
Als je op internet rondstruint op zoek naar teksten over Marlies van Wijhe, dan kun je alleen daar al genoeg inspiratie vinden voor een artikel. De Zwolse is niet te beroerd om op de voorgrond te treden en haar ongezouten mening te geven. Ergens kwam ik ook de naam ‘verfboerin’ tegen. Klinkt weinig vleiend, maar voor haar is het misschien wel een soort geuzennaam geworden. “Nee”, zegt ze lachend. Zo noemen we onszelf in de branche. Verfboeren, verfprakkers! Het grappige is dat de medewerkers mij ter gelegenheid van mijn 25-jarig jubileum een straatnaambordje hebben gegeven met ‘Verfkoningin’. Van verfboerin naar verfkoningin, ha ha.
Dat maakte me natuurlijk supertrots. Soms spreek je tijdens een netwerkbijeenkomst met andere ondernemers en dan horen ze mijn naam. Ahhh, jij bent de verfkoningin. En dat vind ik stiekem dan best leuk!” De verfkoningin. Het past bij de Koninklijke onderscheiding (Ridder in de Orde van Oranje Nassau) die ze eind 2019 mocht ontvangen. En natuurlijk bij het predicaat ‘Koninklijk’ dat Van Wijhe Verf inmiddels al een aantal jaar met trots draagt. Dat opent deuren. In binnen- en zeker ook in buitenland. “Weet je, het geeft een stuk vertrouwen. In het buitenland zijn we echt een kleine speler. De ondernemers die met ons zaken willen doen, zoeken dan toch een vorm van bevestiging dat ze met een goed bedrijf in zee gaan. Dit helpt daar enorm bij!”
Het was juist ook Marlies die het familiebedrijf een flinke injectie gaf door het buitenland (nog meer) te omarmen. “Pa pionierde al wel, maar het was aan mij om het verder vorm te geven. Hoe? Nou, ik heb een businessplan geschreven en ging gewoon de boer op. Ik weet dat mijn vader zelfs nog een reactie kreeg van een leverancier. Dat hij zijn dochter in haar eentje naar Zuid-Amerika liet gaan… Waarop hij reageerde dat ik echt niet in zeven sloten tegelijk zou lopen.”
Met de nieuwe generatie Van Wijhe (vanaf 2010) aan het roer breekt ook de tijd aan van meer openheid. “Wereldwijd zijn familiebedrijven niet echt bezig zichzelf te profileren. Daar zijn we hier wel mee begonnen. Kan ook niet anders als je tegen twee grote concurrenten moet opboksen. Als ik niet laat zien wie we zijn en hoe we in elkaar steken, heb ik een probleem.” Buitenstaanders die in Zwolle over de bedrijfsvloer komen, krijgen uiteraard een rondleiding. En ja, je ontkomt er niet aan, er wordt ook wel iets verteld over verf maken. Maar de CEO vertelt veel liever over de wijze waarop ze als ondernemer naar de wereld kijkt. Hoe dat haar plannen en ideeën beïnvloedt, waar ze zich zorgen over maakt en waar ze vervolgens graag haar bijdrage aan levert.
Zo heeft ze jaren geleden met haar managementteam al het pad van duurzaamheid gekozen. En dan gaat het wat haar betreft zeker niet alleen over de samenstelling van de verf (sustainable op z’n Engels), maar ook over tijd (durable). “Het is een voorwaarde om ons bedrijf überhaupt te laten voortbestaan. Mijn generatiegenoten mogen zich daar eerlijk gezegd ook wel eens wat meer zorgen over maken. Wat wij hier voortbrengen, draagt bij aan een betere toekomst voor onze planeet. Want, er gaat een heleboel mis hè! Nu staat Pakistan voor een derde onder water. Verschrikkelijk natuurlijk, maar het is voorspeld. Niet specifiek daar, maar wel dat het gaat gebeuren. Dan kunnen we met z’n gaan huilen dat het heel verschrikkelijk is, maar we kunnen ook wat gaan doen. En dat frustreert me dus bij de politiek. Je moet bedenken, maar je moet ook doen. Hands on!”
Wat dat betreft, zijn de Van Wijhes altijd al pioniers geweest.
Opa wist bijvoorbeeld heel goed hoe hij met marketing moest omgaan bij het merk Wijzonol. En pa introduceerde de High Solid, verf met minder oplosmiddel. “Daar was toen helemaal geen behoefte aan”, weet Marlies. “Wetgeving zorgde er voor dat pas vijftien jaar later een markt ontstond.” De geschiedenis herhaalde zich met de biobased muurverf. “In 2012 moesten we aan iedereen uitleggen wat het was en een buitenlandse concurrent van mij zei dat het een niche zou zijn en verder niets zou worden. En nu….wordt het langzaam mainstream.”
Eigen laboratorium
Het helpt om een open blik te hebben naar de wereld. Het heeft er mede voor gezorgd dat Marlies van Wijhe in beeld kwam als voorzitter van Future For Nature Foundation. Deze stichting ondersteunt jonge, getalenteerde en ambitieuze natuurbeschermers die zich inzetten voor de bescherming van wilde dieren en planten.
Het klinkt een beetje alsof Milieudefensie een grote varkensboer in het bestuur haalt… Een vervuiler…
“Dat is nu zo ongelooflijk jammer. Waarom is verf vervuilend? In ons vak willen we in de eerste plaats beschermen en dan verfraaien en ja, dat doen we op basis van chemische stoffen. Maar de hele wereld hangt van chemie aan elkaar. Ik snap de associatie, maar er zit ook heel veel goeds in chemie. Het helpt ons als mens, maar dan moeten we het wel op een goede manier gebruiken. Ik leg graag uit dat deze voorzittersrol juist zo’n mooie kans geeft om binnen de chemie te vertellen hoe belangrijk het is om aan natuurbescherming en behoud van biodiversiteit te doen. En uit te leggen wat we moeten doen. Soms schrik ik dan wel eens van mezelf, ha ha. Dat ik zo bevlogen ben.” Het streven naar meer duurzaamheid en de zorg voor Moeder Aarde is nauw verwant met een andere pijler binnen Koninklijke Van Wijhe Verf: eigenzinnige innovatie. “Ik ben gek op innovaties. Dat begon al in 2010 met de constatering dat iets nieuws nog wel eens dreigt te verzanden in de waan van alledag. Dus, ik heb aangegeven dat we het uit elkaar gaan trekken met een bv voor innovatieve productontwikkeling. Mensen in hun kracht zetten en tijd creëren voor zaken die niet direct resultaat hoeven te hebben. Met die gedachte zijn we aan de slag gegaan en dat heeft geleid tot een eigen laboratorium in Groningen. Daar werken chemici en microbiologen aan nieuwe dingen die de toekomst van ons bedrijf mede gaan bepalen. Het is een zaak van lange adem, maar ik geloof er heilig in. Daar gaat het geld heen wat we kunnen missen. Wij moeten hier een zodanige business draaien dat we geld hebben om daar die innovaties te kunnen doen. Wist je trouwens dat familiebedrijven het innovatiefst zijn van allemaal? Dat blijkt uit onderzoek! Ze streven altijd naar continuïteit en vernieuwing omdat ze weten dat ze het anders niet redden.”
Niet sexy genoeg
Als je met haar spreekt, dan proef je die passie voor het vak, de ongekende drive om het familiebedrijf nog meer op de kaart te zetten én te houden en de energie om mens, milieu en samenleving naar een hoger plan te tillen. En toch…is ze ook al 57. “Ja, natuurlijk denk je al wel eens na over de opvolging. Maar dat gaat zeker niet binnen drie jaar gebeuren. Ik zie mezelf hier eerder nog tien jaar zitten.”
En dan net als je vader aanschuiven bij de RvC?
“Ja hoor, dat denk ik wel. Ik wil nog wel feeling houden. Maar ik snap heel goed dat hij er toen mee stopte. Op een gegeven moment wil je gewoon af van die drukte en verantwoordelijkheid. Want, dat is er wel gewoon. Altijd.”
Stel dat je inderdaad nog tien jaar op deze plek zit, welke zaken wil je dan in ieder geval geregeld hebben?
“Die verfpot is natuurlijk hartstikke belangrijk, maar ik wil dat er vanuit Groningen een aantal nieuwe dingen komen. We zijn heel druk bezig om er één te lanceren die enorm in de vertraging is gekomen door covid. Dat moet nu dit jaar gebeuren. Ik ga er natuurlijk voor dat het een enorm succes wordt. Het is één van de nieuwe businessmodellen die de toekomst van dit familiebedrijf bepalen.”
Je gaf eerder in het gesprek al aan dat het soms best eenzaam kan zijn aan de top. Hoe merk je dat?
“Soms wil je een bepaald besluit nemen en dan is het best verleidelijk om het niet te doen als je geen steun krijgt. En toch zet ik dan wel door als ik echt overtuigd ben. Een mooi voorbeeld is onze aansluiting bij B-Corp. Een club van meer dan vierduizend bedrijven die zich inzetten voor een betere wereld. Daar was én ben ik heel erg enthousiast over.”
Al surfend over het wereldwijde web lezen we na afloop dat Koninklijke Van Wijhe Verf in 2016 het B Corp-certificaat in handen kreeg. Als eerste chemische bedrijf in de wereld!! B Corp ondernemingen voldoen aan de hoogste normen voor milieu, transparantie, wettelijke aansprakelijkheid. En heel mooi: de balans tussen winst en impact. “Niemand sloeg er in 2016 op aan. En nu verschijnt af en toe wel een artikel en dan worden wij niet eens genoemd. Dan gaat het alleen om Rituals. Of Dopper. Maar wij als Van Wijhe, een chemisch bedrijf, vallen weer tussen wal en schip. Daar word ik wel een beetje verdrietig van. Misschien zijn wij dan weer niet sexy genoeg voor de journalisten.”
Dit kwamen we ook tegen op internet: ‘In de voetsporen van Aletta’. Een serie interviews met alumnae aan de Rijksuniversiteit Groningen. Als postuum eerbetoon aan Aletta Jacobs, de eerste vrouw die zich als volwaardig student mocht inschrijven bij een Nederlandse universiteit. Ook Marlies van Wijhe kreeg een plek in de serie. Logisch, want: vrouw in een mannenwereld, vrouw aan de top, Zakenvrouw van het Jaar (2010). Maar het gaat de Zwolse echt te ver om haar te zien als een boegbeeld. Voorvechter van de vrouwenzaak. In het artikel is het volgende te lezen: “Ik vind het goed dat er aandacht wordt besteed aan kansen voor vrouwen. Maar met vrouwenquota heb ik niets. Ik word daar zelf een beetje moe van.” Desgevraagd geeft ze graag nog een toelichting: “Ik ben voor kwaliteit, niet voor gender. Het gekke is dat iedereen denkt dat je dan automatisch kiest voor mannen. Nee, ik ga voor kwaliteit. Punt! Ik hoor ook wel geluiden dat bestuurders zo gepusht worden om vrouwen in de top te krijgen dat vrouwen in dat bedrijf gewoon nagejaagd worden. Dan schiet het z’n doel voorbij. Als je naar familiebedrijven kijkt, dan denk ik dat de vrouwen straks voorop gaan lopen bij de opvolging. Vroeger was het traditioneel de oudste zoon, nu is het degene die wil én de beste kandidaat. Nou, daar zitten steeds meer dochters tussen. Dat is toch fantastisch!”