Van marathon naar marathonzitting, het is een kleine stap voor appeladvocaat

Martijn Colenbrander is een man van de lange adem, op de weg én in de rechtbank

“Een leven zonder sport?” Martijn Colenbrander moet er niet aan denken. Alleen het idee bezorgt hem al koude rillingen. “Als ik ooit in de omstandigheid kom dat ik niet meer kan lopen, dan wordt het vast iets als rolstoeltennis.” Het is duidelijk: sport hoort bij Martijn Colenbrander als een toga bij de advocaat in de rechtbank. Net als de hardloopoutfit is dat een kostuum dat hij met enige regelmaat aantrekt.

In de wetenschap dat ik met een sportieve ondernemer van doen heb, is het niet meer dan logisch om te kiezen voor een omgeving waar een atleet zich prettig voelt. Met de atletiekbaan in de nabijheid kiezen we voor ‘the next best’: Racketcentrum Moovv in Raalte. We besluiten eerst de degens te kruisen op de padelbaan. Waar ik denk aan een trainingspotje oppert Colenbrander na een kwartier om er maar een wedstrijdje van te maken. Dat had hij beter niet kunnen doen… Ondanks zijn geringe ervaring in deze relatief nieuwe sport is hij wel een snelle leerling. Je ziet meteen het fanatisme, de hang naar competitie, zijn snelheid en het uithoudingsvermogen. Tegelijk zie ik op de padelbaan het gevecht tussen de pragmaticus en de denker in hem. Net als de strijd tussen het strategische (een aantal slagen vooruit denken) en het impulsieve (zo snel mogelijk willen scoren). Allemaal eigenschappen die in zijn werk als arbeidsrechtadvocaat altijd wel een keer van pas komen.

Onderhandelingstafel

Colenbrander voelt zich al snel thuis op een sportveld. En dat geldt zeker ook voor het juridische speelveld. Dan denk je waarschijnlijk direct aan de rechtbank, maar hoe gek of het ook klinkt, is dat de locatie die hij het liefst mijdt. “Er zijn tegenwoordig veel redenen waardoor je als werkgever en werknemer tegenover elkaar kunt komen te staan. Hoog opgelopen geschillen, functieveranderingen die niet goed uitpakken, onbetaalde overuren; noem maar op. Ik geef dan inzicht in wat het op korte en lange termijn kan opleveren. De meeste zaken zijn op basis van inhoud en met goede communicatie op te lossen aan de onderhandelingstafel. Maar daar heb je wel twee partijen voor nodig. Dus als het niet anders kan…”, klinkt het strijdbaar uit de mond van de arbeidsrechtadvocaat die zowel werkgevers als werknemers bijstaat. Wanneer Dalfsen nog op één oor ligt, loopt hij al z’n kilometers. Dat gaat op z’n minst in de dubbele cijfers en minimaal een keer of drie à vier per week. Bij voorkeur samen met een hardloopmaatje, maar solo is ook prima. “Als ik alleen loop, denk ik wel eens na over strategieën, probeer ik een zaak vanuit meerdere invalshoeken te bekijken en laat ik voor mezelf wel eens proefballonnetjes op. Als ik dan klaar ben met hardlopen, is dat proces afgerond, heb ik mijn sport al gehad en begint de werkdag. De tijd dat ik aan het hardlopen ben, breng ik overigens niet in rekening. Zou ik misschien wel moeten doen, ha ha.”

De Dalfsenaar met Deventer wortels speelde vroeger vooral voetbal, maar in zijn studententijd trok hij de hardloopschoenen aan om de basisconditie voor het voetbal op peil te houden. “Op een gegeven moment word je te oud voor het voetballen en is het risico op blessures te groot. Toen ben ik meer gaan hardlopen. Ik omschrijf mezelf qua hardlopen daarom als een soort herintreder.” Maar Colenbrander zou Colenbrander niet zijn als zijn hervonden passie weer enigszins uit de hand loopt. Althans, dat is de mening van sommige anderen. Zelf vindt hij het niet meer dan normaal dat “je in de basis fit genoeg moet zijn om een marathon te kunnen lopen.” Wat hij dus meerdere keren (beste tijd: 3.19.56) heeft gedaan. Net als elke zondagochtend minimaal een halve marathon. “Hoewel het met de verstrijken van de jaren wel minder wordt, heb ik nog steeds dat competitieve in mij. Dus, ik heb wel een doel nodig. Bijvoorbeeld een bepaald aantal kilometers. Is ook wel nodig, want het is een compensatie voor mijn snoepgedrag.”

Een arbeidsrechtadvocaat met een passie voor het lopen van lange afstanden. Natuurlijk liggen de metaforen dan voor het oprapen. Dat hardlopers doodlopers zijn in het juridische steekspel bijvoorbeeld. Hoe kijkt hij dan aan tegen de vergelijking tussen het marathonlopen en de marathonsessies in het arbeidsrecht die hij soms ondergaat? “Het komt aan op uithoudings- en doorzettingsvermogen, maar het belangrijkste is misschien wel het mentale aspect. Dat je na drie uur lopen nog scherp bent om een mooie tijd neer te zetten. En dat je na meerdere en lange gesprekken en onderhandelingen toch scherp blijft om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken.”

Delen:

Deel dit artikel!