Gerrit Jan Nieuwenhuis runt met Niverplast een ongewoon bedrijf
Geen directie, geen hiërarchie en geen functieomschrijvingen. Klinkt als een slecht bedrijfsplan nietwaar? Gerrit Jan Nieuwenhuis en zijn Niverplast bewijzen heel graag het tegendeel. Ja, de machineproducent uit Nijverdal is inderdaad allesbehalve standaard. Achter de deuren van het unieke, ronde bedrijfspand schuilt echter een zéér succesvol bedrijf dat verpakkingsmachines bouwt voor klanten over de hele wereld.
Het is makkelijk verdwalen in het gigantische bedrijfs-pand van Niverplast. En we moeten eerlijk toegeven: we spreken uit ervaring. De ingang is door de Efteling gelijkende entree absoluut niet te missen en ook de deurmat met de tekst ‘Mooi da’j d’r bint’ zorgt meteen voor een warm welkom. Een pijl wijst ons omhoog en een loopbrug leidt ons vervolgens over een gigantische hal vol machines en bedrijvige medewerkers. Maar dan? Er zijn geen nieuwe pijlen meer te zien en je kunt héél veel verschillende kanten op. En dus vragen we bij het eerste de beste bureau om hulp. Lachend bellen ze ‘de grote baas’. Al is die term bij Niverplast eigenlijk verboden. Gelukkig komt Gerrit Jan Nieuwenhuis ons al snel redden. “Was je verdwaald?”, zo vraagt hij grijnzend. “Ha, dat is precies de bedoeling! We hebben hier bewust geen balie of receptionist. Mensen lopen hier gewoon lekker door en raken vervolgens een beetje verloren. Zo hebben ze alle tijd om te kijken, te snuiven en te horen.” In z’n casual blouse, spijkerbroek en op z’n gele klompen gaat Gerrit Jan ons voor naar zijn kantoor. “Eerlijk gezegd twijfelde ik er wel een beetje over”, zo knikt hij naar zijn voeten. “Ik loop eigenlijk altijd op klompen en dus dacht ik: waarom nu niet? Dit is wie ik ben en waar ik me goed bij voel.”
Onorthodox
Het blijkt alvast alles over Gerrit Jan te zeggen, want een doorsnee ondernemer is het zeker niet. Hij loopt niet achter de meute aan, maar hij doet dingen juist graag anders. Hij vaart op z’n eigen gevoel, visie en moreel kompas. Het ene moment verwoordt hij een felle mening, een minuut later denkt hij diep na en spreekt ‘ie filosofische en wijze woorden. Eén ding is zeker: hij kiest altijd z’n eigen plan. “Ik noem mezelf een anarchist”, zo zegt hij daar zelf over. “Ik ben wars van structuur, hiërarchie en macht. Daar geloof ik niet in. En dus doen we bij Niverplast ook niet aan een directie, aan managers of functie- en taakomschrijvingen. Wij geloven dat vrijheid en verantwoordelijkheid de basis vormen van leuk werk. De meeste mensen die hier werken hebben een partner, gezin, hypotheek. Ze zorgen voor hun ouders en zijn daarnaast ook nog vrijwilliger bij een vereniging. Moeten die mensen hier dan komen zodat ik ze ga vertellen wat ze moeten doen?”, zo vraagt Gerrit Jan zich hardop af. Hij schudt zijn hoofd. “Dat vind ik badinerend. Wij doen het hier lekker op onze eigen manier. Onorthodox? Ja, dat kun je wel zeggen!” Zijn bulderende lach vult de ruimte. “De ondeugende dingen die wij doen, zijn een beetje verzet. Zit dat niet in ieder mens? Dat kind in ons dat het leuk vindt om iets spannends of ongewoons te doen? Bij Niverplast doen we dat gewoon. Op feestjes bouwen we bijvoorbeeld graag een vreugdevuur en we hebben hier zelfs een crossbaan.” Gerrit Jan knikt met z’n hoofd naar buiten, terwijl er een ondeugende grijns op z’n gezicht verschijnt. “Dat mag niet, maar het kan wel! Niet alles hoeft veilig of verantwoord, zolang het maar áltijd met respect naar andere mensen gebeurt. Ik rook bijvoorbeeld weleens een sigaar in mijn kantoor, maar ik zou dat nooit doen als iemand daar last van heeft. Ik geloof niet in een rookverbod, wel in een respectsgebod.”
Twaalf ambachten, dertien ongelukken
Dat onorthodoxe zat er bij Gerrit Jan al vroeg in. Hij groeide op in een doorsnee arbeidersgezin uit Rijssen, maar als klein jongetje voelde hij zich anders dan alle anderen. “Ik heb me altijd eenzaam gevoeld. Onbegrepen”, zo blikt hij daar zelf op terug. “Ik las andere boeken, luisterde andere muziek en had andere opvattingen. Zo heb ik altijd veel gelezen over mensen die grote dingen hebben gedaan in de geschiedenis; Mandela, Martin Luther King, Jezus, Gandhi. Dat zijn mijn helden.” Gerrit Jan valt even stil terwijl hij met de sigarendoos op tafel speelt. “Weet je, als klein ventje begreep ik mensen vaak beter dan dat zij zichzelf begrepen. Ik was über empathisch. Dat zit in me, maar dat is helemaal niet goed. Niet iedereen heeft hulp nodig. En als je altijd iedereen wil helpen, dan gaat dat soms ten koste van jezelf. Ik heb me regelmatig een leeggemolken koe gevoeld. Dat heb ik over mezelf afgeroepen. Ik kon mezelf bijvoorbeeld eindeloos kwellen als ik iemand pijn had gedaan, of als ik iets verkeerd gezegd of gedaan had. Ik heb geleerd dat het niet erg is om een keer wat fout te doen. Dat het ook klaar is als je het rechtzet en sorry zegt. Je grootste kracht is ook vaak je grootste valkuil hè? Mijn grootste kracht is houden van mensen. En dat is tegelijkertijd ook mijn bedreiging.”
Het gevoelige, empathische deel van Gerrit Jan zat er dus al vroeg in, maar daarnaast had hij ook altijd al een goed gevoel voor techniek. “Ik was een soort uitvinder”, zo lacht hij om de herinnering. “Ik speelde graag met Plasticant, maar ik bouwde nooit uit zo’n standaard foldertje. Ik bedacht zelf wat ik wilde maken en hoe. Dan pakte ik er een batterij of fietsdynamo bij en maakte ik iets wat helemaal niet kon. Ik ben vreselijk slordig, dus heel nauwkeurig ging dat allemaal niet. Maar dat vond ik ook niet zo interessant, het ging me vooral om het creëren van iets moois.” Gerrit Jan wrijft even door zijn grijze baard terwijl hij nadenkt. “Op school werd ik eigenlijk een beetje miskend. Ik behoorde tot de slechtste leerlingen van de klas, maar dat was vooral omdat ik niet wist of je ‘word’ met een d of met een t schrijft. Ik was de beste in hoofdrekenen, maar gek genoeg was er niemand die dat zag.”
Uiteindelijk volgde Gerrit Jan een opleiding tot automonteur. Hij vond de elektronica en mechanica heel interessant, maar toch ging hij niet in dat vakgebied aan de slag. “Dat slordige leek me niet zo handig voor een monteur”, zo lacht hij. “Ik heb vervolgens héél veel verschillende banen gehad. De samenvatting? Twaalf ambachten, dertien ongelukken, haha! Ik ben koppig, verschrikkelijk eigenwijs en ik kan slecht tegen gezag. De meeste bazen waren blij als ik weer wegging. Die hielden het niet lang met me uit. Uiteindelijk ben ik voor mezelf begonnen. Als verkoper, want handel vond ik leuk. Dat heb ik van mijn vader geërfd, denk ik. Naast zijn werk in de fabriek handelde hij namelijk in koeien. Ik ging als jongetje graag mee. Ik vind het leuk om mensen iets te kunnen geven waar ze blij van worden. Eigenlijk ben ik een soort dominee. Ik kwam alleen niet het woord van God verkondigen, maar verpakkingsmaterialen. Waarom? Dat was eigenlijk een beetje random. Ik kende de markt al aardig omdat ik bij een verpakkingsbedrijf had gewerkt. Ik vond het proces heel interessant en dus besloot ik daarin verder te gaan.”
Alles valt samen
Gerrit Jan was nog maar 24 jaar toen hij voor zichzelf begon. Een behoorlijk gewaagde keuze, want met een hypotheek en een jong gezin stond er nogal wat op het spel. En dat heeft hij geweten ook: “Ik geloofde erin, maar het was zeker niet makkelijk nee. Het was een proces van vallen en opstaan”, zo blikt hij terug. “Twee stappen vooruit, één achteruit. En dat is wel schrikken, want dan kom je opeens geld tekort. In die periode hebben we ook echt wel geldzorgen gehad. Toch ging het langzaam steeds een beetje beter. Je krijgt wat vaste klanten, de eerste collega’s komen in dienst en zo groeit het beetje bij beetje verder.” De handel in verpakkingsmaterialen werd een succes, maar daar bleef het voor Niverplast zeker niet bij. De uitvinder in Gerrit Jan kwam namelijk regelmatig naar boven. “Ik zie altijd mogelijkheden die nog niet benut zijn. En zo kom je weer tot nieuwe ideeën en concepten. We ontwikkelden bijvoorbeeld de ‘easy open bags’ en een aantal jaar later volgde onze eerste verpakkingsmachine. Een bedrijf in de lelie-industrie kwam naar ons toe met de vraag of we een machine konden ontwikkelen die de zakjes automatisch in de kratten plaatst. Tuurlijk! Die machine viel duidelijk in de smaak, want steeds meer handelaren in bloembollen wilden ‘m hebben. Dat stak elkaar aan. Je hebt momenten in je leven waar alles zo samenvalt dat je er bijna gelovig van zou worden. Dit was absoluut zo’n moment. Een vriend van me zei eens: ‘Luck is where preparation meets opportunity.’ Dat is zeker waar. Natuurlijk, je hebt een beetje geluk nodig, maar tegelijkertijd moet het wél op je pad komen en moet je de kans ook zien en grijpen. Een beetje zoals een spits die een fantastische pass krijgt. Daar heb je alleen iets aan als je precies op het goede moment op de goede plek staat. Op dat moment stonden wij perfect.”
Het bleef niet bij die ene machine voor de lelie-industrie. Inmiddels gaan de verpakkingsmachines van Niverplast de héle wereld over en worden ze vooral gebruikt in de voedselindustrie. In 2007 telde het bedrijf dertig man personeel, inmiddels loopt het aantal op richting de driehonderd. Daar maakt zoon Richard inmiddels ook deel van uit. “Elke vijf jaar verdubbelt ons personeelsbestand”, zo vertelt Gerrit Jan. “Ons pand is ook allang niet meer groot genoeg. Hiernaast hebben we daarom alweer een nieuw pand gebouwd en de komende jaren gaan we iets verderop ook nog een pand ontwikkelen. Als alles is gevuld, zijn we met duizend man. Hoe we zo zijn gegroeid? Gewoon, één voor één”, zo klinkt het gevat. “Groot worden is nooit ons doel geweest, we willen vooral dat onze klanten bij ons kopen. Wij denken dat niemand zoveel van ze houdt als wij. Ik geloof echt dat je van niemand gelukkiger wordt dan van Niverplast. We zijn niet foutloos, maar we houden zó van onze klanten. Dat is bizar. We willen het allerbeste voor hen en daarin gaan we geen uitdaging uit de weg. Vroeger kreeg ik klamme handen van uitdagende opdrachten, maar nu vind ik dat juist iets goeds. Dat betekent namelijk dat het voor onze concurrent nóg moeilijker is. Die zijn namelijk niet net zo gepassioneerd als wij. Dat is ons geheime wapen, daar geloof ik heilig in.”
Het is inderdaad moeilijk te ontkennen dat de passie bij Gerrit Jan er vanaf spat. De passie voor de machines die Niverplast ontwikkelt, de passie voor zijn team en de passie voor klanten. Hij vindt het allemaal fantastisch en dat straalt hij uit ook. Dat geldt overigens zeker niet alleen voor Gerrit Jan, want ook in de rest van het bedrijf zie, voel en hoor je dat terug. Niverplast is één en al plezier, vrolijkheid én humor. Veel gaat met een lach en een knipoog. Zo loopt team Niverplast in een promotiefilmpje zonder gêne in een koeienpak, komen de klompen ook op beurzen tevoorschijn en staat er een banner aan de weg met de term ‘grensoverschrijdend gelukkig’. Opnieuw klinkt de bulderende lach van Gerrit Jan: “Ja, zo zijn we. Als iemand dat te ver vindt gaan, dan moet diegene vooral niet bij ons solliciteren. Wij nemen ons werk heel serieus, maar onszelf absoluut niet.”
Verbonden met Afrika
Niverplast doet zaken graag anders dan anderen. Dat is duidelijk. En eigenlijk zie je dat ook meteen als je bij het pand komt aanrijden. De ingang is dan wel geïnspireerd op de Efteling, maar in de rest van het pand komt vooral de stijl van een Afrikaanse lodge terug. Ook in het kantoor van Gerrit Jan is de verbinding met het continent duidelijk te zien. Een grote foto siert de muur en overal staan aandenkens aan zijn reizen. Gerrit Jan, Niverplast en Afrika zijn met elkaar verbonden, zoveel is duidelijk. “Afrika heeft een bijzondere plek in mijn hart ja”, zo bevestigt hij. “Dat is ontstaan na een reis die we met ons gezin maakten naar Kenia. Op die reis hebben we dingen geleerd die we nog niet wisten. De extreme armoede. Hoe het is om echt kansloos te zijn. Dat kwam enorm bij me binnen. Ik ben zelf van een dubbeltje een kwartje geworden en daardoor heb ik lang gedacht dat de hele wereld dat kan. Maar dat is niet zo. Er zijn waanzinnig talentvolle mensen die wachten op dé kans, maar die komt gewoon echt niet langs. En ze hebben geen geld om naar die kans toe te reizen.”
De slogan van Niverplast is niet voor niets ‘passionate people’ en dus wilde Gerrit Jan heel graag iets doen om Afrikaanse kinderen te helpen. Hij besloot daarom om stichting Compassion te steunen. Sinds 2009 sponsort iedere vaste werknemer van Niverplast een kind in Kenia. “Dit geeft kinderen de kans om naar school te gaan, om gezond te eten en toegang te hebben tot medische zorg. Zo dragen we een steentje bij aan hun ontwikkeling en helpen we ze bouwen aan een betere toekomst. Het gaat verder dan alleen financiële steun, want onze collega’s sturen ook regelmatig brieven, foto’s en andere benodigdheden naar hun sponsorkinderen. Daarnaast kunnen ze er ook voor kiezen om andere projecten te steunen. Bijvoorbeeld een Moeder- en Babyprogramma dat ervoor zorgt dat moeders en hun (ongeboren) kinderen de essentiële ondersteuning krijgen tijdens de belangrijke eerste duizend dagen na de geboorte.”
Voor het 25-jarig jubileum van Niverplast trok het hele team naar Kenia om de kinderen te ontmoeten. Dat zorgde voor een nóg grotere behoefte om te helpen. “Zo kon iedereen de situatie met eigen ogen zien. Dat maakte indruk. Voor ons zestigste jubileum zouden we heel graag nog een keer zo’n reis willen maken. Daarnaast denk ik er ook over na om projecten in andere delen van de wereld te gaan steunen. Weet je, ik stoor me een beetje aan de aaibaarheid van Afrika. Het lijkt soms wel of er in de rest van de wereld niets te doen is. Eigenlijk zou ik mijn focus wel willen verleggen naar een gebied waar minder belangstelling voor is. Iedereen vindt het mooi en goed dat je Afrika helpt, maar een project in Kazachstan is veel minder sexy. Daar kan ik slecht tegen.”
Werkloos
Sinds 1986 werkt Gerrit Jan keihard aan zijn bedrijf, maar na bijna veertig jaar is zijn rol behoorlijk aan het veranderen. Samen met zijn vrouw Ineke is hij graag in het buitenland. Zeilen. Of ze genieten in hun huis in Spanje. “Het bedrijf loopt gewoon door als ik er niet ben”, zo stelt Gerrit Jan. Hij twijfelt even voordat hij verder vertelt. “Dat heeft twee kanten. Mijn hele leven heb ik gezocht naar mensen die konden wat ik deed. En dat heeft ervoor gezorgd dat ik werkloos ben geworden. Eerlijk gezegd vind ik dat vrij pijnlijk. Ik waardeer het enorm dat ik lekker kan gaan zeilen en mijn collega’s de boel hier perfect draaiende houden. Maar wie ben ik dan zelf nog als ik niet langer meneer Niverplast ben? Eerlijk gezegd heb ik wel een beetje een identiteitscrisis gehad. Niverplast is wie ik ben. Ik heb heel mijn leven hieraan gegeven en het belichaamt alles waarin ik geloof.” Opnieuw valt Gerrit Jan even stil. Hij kijkt zijn kantoor rond, denkt na en vervolgt zijn verhaal: “Ik heb heel veel waardering ontvangen van mensen die mij relateren aan het bedrijf. Maar als het morgen slecht gaat met Niverplast, kijken ze ook anders naar mij. Dat heeft iets vluchtigs. Iets naars. Tegelijkertijd begrijp ik het ook wel. Natuurlijk klap je als er gescoord wordt, maar klap je ook als er niet wordt gescoord? Ik worstel daar weleens mee, maar heel langzaam verdwijn ik verder naar de achtergrond. Dat is goed, want ik ben heel blij met waar we nu staan. Trots? Zeker. Al is dankbaarheid denk ik een beter woord.”
Gerrit Jan stapt dan wel steeds verder naar achteren, maar dat betekent zeker niet dat hij zich helemaal losmaakt van Niverplast. Integendeel zelfs. “Ze noemen me hier de kabouter”, zo lacht hij trots. “Ik hoop dat ik dat mag blijven. Ik wil niet meer Grote Smurf zijn die antwoord heeft op alle vragen, ik ben de senior kabouter die nog lekker mee blijft doen. Af en toe hier. Af en toe met de jongens mee naar een klant. Daar geniet ik van. Daarnaast blijf ik zeker betrokken bij de strategische beslissingen en wil ik heel graag blijven zeggen wat ik vind. Met Niverplast komt het wel goed, daar ben ik van overtuigd. We weten wie we zijn, wat we willen zijn en waar we voor staan. We zien wel waar dat toe leidt. Ik heb lang gedacht dat mijn geluk samenhing met de omvang van dit bedrijf, maar dat is onzin. Dat hebben we niet nodig. We zijn niet meer bezig met groot worden. We doen er wel álles aan om onze klanten blij te maken. En daar word je groot van. Als al onze klanten blijven vragen om machines die helpen in hun werk, dan zullen wij blijven groeien. Maar dat mag nóóit ten koste gaan van geluk. Geluk is ons grootste goed.”