Rick Kakkenberg geniet van vrijwilligerswerk bij de spuitgasten in Heeten
Het is altijd goed om een jongen van de garage bij de brandweer te hebben. Dat zijn handige Harry’s en ze hebben verstand van auto’s. Dat moet in 2005 zo ongeveer de motivatie zijn geweest om Rick Kakkenberg te benaderden zich als vrijwilliger bij de brandweer in Heeten aan te sluiten. Het verzoek was niet aan dovemansoren gericht! “Natuurlijk heb ik me van tevoren afgevraagd of ik het aan kan. Maar als anderen het kunnen, waarom ik dan niet?”
Kakkenberg heeft slechts een paar zinnen nodig om zijn karakter bloot te geven. Type beide beentjes op de grond, niet lullen maar poetsen en nuchter tot op het bot. Maar, je ziet zijn ogen stralen als hij de kans krijgt om iets te vertellen over zijn werk als vrijwilliger (met een vergoeding) bij het plaatselijke brandweerkorps. “Ik durf wel te stellen dat ik als persoon ben gegroeid. Zowel sociaal en mentaal als qua kennis. Of je nu in actie moet komen of met de collega’s nog even wat drinkt aan de stamtafel in de kazerne, de brandweer verrijkt je leven. Je kunt de nazit echt wel vergelijken met de kantine na de voetbalwedstrijd. Heel gezellig en er is totaal geen groepsvorming.”
Het verzoek zich bij de brandweer aan te sluiten, kwam op een bijzonder moment, namelijk op de dag dat hij vertrok voor een wereldreis met als bestemming Australië, Nieuw-Zeeland en Bali. “Kon ik er in ieder geval een half jaar over nadenken”, zegt de Heetenaar lachend.
Ten tijde van de wereldreis was hij al aan het werk bij Autobedrijf Kakkenberg, het bedrijf van zijn vader. “In 2002 kwam ik van de HTS en het was destijds best lastig om werk te vinden. Ik ben hier aan het werk gegaan als een soort tussenoplossing, maar ik groeide er steeds beter in. Had er echt schik van en vond allerlei uitdagingen. Dat leidde er toe dat ik in 2009 in de zaak ben gekomen en inmiddels heb ik het overgenomen van mijn vader.”
Iedereen die wel eens in een garage is geweest, weet dat het niet bepaald een 9 tot 5 job is. En dat het heel normaal is om ook op zaterdag de handen uit de mouwen te steken. Dan lijkt het logisch om je spaarzame vrije tijd te steken in een ander tijdverdrijf dan de brandweer, want dat kun je bijna wel zien als een tweede baan. “Tja, alleen de basisopleiding, daar was ik in de avonduren alleen al wel twee jaar zoet mee, maar het is voor mij echt een prachtige hobby. Wat me aanspreekt? Eigenlijk alles wel. Het is echt een teamprestatie. De techniek spreekt me natuurlijk ook wel aan. Als er sprake is van een ongeval met een auto, dan wordt direct naar mij gekeken. Het is leuk dat je wordt gewaardeerd voor die specifieke knowhow.”
Smeltend asfalt
Het brandweerkorps Heeten moet per jaar gemiddeld zo’n dertig tot veertig keer uitrukken. In de meeste gevallen betreft het verkeersongevallen. Zoals eind januari van dit jaar toen de pieper ging met de boodschap ‘plaatselijk ongeval’. “Auto tegen een boom en als lid van het technisch team word je dan geacht te helpen met het kapot knippen van de auto. Bleek mijn kameraad in de auto te zitten. Heftig? Natuurlijk wel, maar er gaat toch een knop om. Ik was eigenlijk helemaal niet bezig met wie er in de auto zat. Je probeert gewoon zo goed mogelijk je ding te doen. Mijn kameraad was er achteraf meer mee bezig. Toen ze hem vertelden dat hij een ongeluk had gehad en dat de brandweer hem uit de auto had geholpen, was het eerste dat hij vroeg: ‘Was Rick er ook bij?’.”
De brandweerlieden uit Heeten worden net als de collega’s uit de buurtdorpen natuurlijk ook ingeschakeld bij grotere branden en rampen in de omgeving. Bij de Heetense ondernemer staat vooral de brand in een palletfabriek in Kampen nog helder op het netvlies. “Het was er zo warm dat auto’s spontaan in brand vlogen en bij de wegen in de directe omgeving smolt het asfalt.”
Het is bijna komisch om een brandweerman of -vrouw te zien als de pieper gaat. Alles valt meteen uit de handen, de omgeving bestaat even niet meer en het enige doel is zo snel mogelijk naar de kazerne te komen. Dat moet toch niet altijd gemakkelijk zijn voor een eigen ondernemer. “Ach, het gaat eigenlijk altijd wel goed. De klanten hebben er wel begrip voor, ook al ben je gauw een halve dag in touw. Ik kan me één lastige situatie herinneren. Keurmeesters kwamen op bezoek voor een steekproef en ik moest daar bij zijn. Ze stonden al binnen toen de pieper ging. Ik heb ze in drie seconden uitgelegd hoe de vork in de steel zat. Was even niet handig, maar het is niet anders”, aldus Kakkenberg die als begin veertiger nog wel even mee kan. Zeker met zijn beregoede conditie. Maar de opvolging is inmiddels ook al veilig gesteld. “Mijn jonge zoontje wil twee dingen worden als hij groot is: automonteur en brandweerman, ha ha!”
SOM’S PASSIE
Niets ten nadele van mensen die in loondienst arbeid verrichten, maar ondernemers staan bekend als hardwerkende mensen. Een 36-jarige werkweek, daar lachen ze om. 40 Uur is standaard en meestal wordt het wel 50 of 60 uur. Of zelfs nog meer. En klagen, dat doen ze amper. De grote vraag is natuurlijk hoe ze het volhouden. In deze rubriek ontrafelen we iedere editie het geheim van de smid: hoe maakt de ondernemer in zijn of haar spaarzame vrije tijd het hoofd leeg? Voor deze editie spreken we met Rick Kakkenberg, eigenaar van Autobedrijf Kakkenberg in Heeten.