Sallandse professionals gaan met elkaar in gesprek over ‘hoe nu verder’
De mooiste omschrijving van het Sallandse bedrijfsleven komt aan het eind van een twee uur durende bijeenkomst. Martine Scholten, mede-eigenaar van ’t Salland Coaching & Advies, weet het herkenbaar en bijna poëtisch in beeld te brengen. “Ik zie een mooi bord met Sallandse asperges voor me. Open, transparant, potig, beide beentjes op de grond. Met een strikje er om, want dat verwijst naar de samenwerking. De asperge staat voor mij model voor de Sallandse nuchterheid. En daar overheen komt dan een mooi sausje van bescheidenheid.”
De veel geroemde nuchterheid en bescheidenheid. Het zit in ons DNA opgesloten, we zijn er trots op en we scoren er overal in het land punten mee. Of het ons altijd verder brengt in de wereld, is zeer de vraag. Zeker als er sprake is van een wat door Nico Neppelenbroek, de financiële man van Bajo Bouw en IJzerwerken, wordt omschreven als een “overspannen arbeidsmarkt.”
Het is vrijdagochtend en het decor – Landgoed De Vlaminckhorst bij Heino – voor deze primeur in het Sallands Ondernemers Magazine is overweldigend. Naast Martine en Nico schuiven aan: Martijn Colenbrander (eigenaar Appeladvocaat met specialisatie arbeidsrecht en docent HBO Rechten op Windesheim), René Nijland (teamleider Uitzendbureau Salland) en Daphne Borger (HR-adviseur bij Innovatiehub Salland, een samenwerkingsverband van vier bouwtechnische bedrijven).
De arbeidsmarkt in Salland. We horen er van alles over, maar hoe zou je de huidige positie omschrijven?
Nico: “Het is erg moeilijk om vakkrachten te vinden. We hebben daarom zelf het heft in handen genomen. Dat betekent bijvoorbeeld dat we de zaterdaghulpen enthousiast maken voor de bouw. Eigenaar Barry Jonkman heeft een bijzondere klik met deze jongeren. Zo bouwen ze met elkaar aan diverse bouwwerken en ze mogen ook echt van alles doen zodat ze proeven wat het totale vak inhoudt. Bovendien krijgen ze de kans om met goed materieel te werken. Zo hebben we elk jaar wel een paar nieuwe instromers die we dan een BOL- of BBL-opleiding kunnen aanbieden. Volgend schooljaar beginnen zelfs vier nieuwe jongens bij ons en zij worden dan gekoppeld aan vakbekwame en geschoolde leermeesters.”
Daphne: “Ik herken het beeld. Het is heel lastig om aan mensen te komen, dus je moet in een andere vijver gaan vissen. Niet alleen mikken op leerlingen, maar ook op de zij-instromers. Mensen die zich wellicht willen laten omscholen. Dus, dat betekent eigenlijk dat we dan intern een opleiding nabootsen.”
Martine: “Dat is wel een goede doelgroep. In de loopbaancoaching heb ik in de coronaperiode zeker meer eind dertigers en veertigplussers over de vloer gekregen die tot een soort bezinning zijn gekomen. En zich afvragen of ze eigenlijk wel doen wat ze leuk vinden. Soms zeggen ze zelfs uit zichzelf de baan op, maar ze vertrekken wel met een goede regeling van de werkgever. Daardoor hebben ze de tijd om wat anders te zoeken.”
Dan moet jij, Martijn, ook meer werk hebben gekregen
“Nou, dat vond ik verrassend. Het soort zaken is anders dan ik had verwacht. Ik dacht corona, dat betekent veel reorganisaties, maar eigenlijk is het op dat vlak relatief rustig. Ik zie wel veel ‘kleinere’ ontslagzaken. Daar herken ik zeker wat Martine zegt over het transitiegevoel. Vroeger zag je dat werknemers heel erg ‘aan hun baan hingen’. Zeker door de krappe arbeidsmarkt zeggen werknemers nu sneller: ‘jij wilt van me af, ok, dan ga ik wel kijken naar ander werk en pak nog wat geld mee’. En dat terwijl de ontslagvergoeding de laatste jaren alleen maar naar beneden is gegaan.”
Nico: “Ik denk dat de crisis er over twee jaar pas goed inhakt als de belasting zijn geld wil hebben. Dat is het moment dat bedrijven echt in de problemen gaan komen.”
Martijn: “Het klopt helemaal wat je zegt. Een deel van het bedrijfsleven wordt in de benen gehouden door de subsidiemaatregelen. Daar dek je de loonkosten mee en een stukje vaste lasten, maar meer ook niet. Zij teren in op hun eigen vermogen. Ik had verwacht en gehoopt dat bedrijven meer strategisch gingen voorsorteren op wat gaat komen…”
Wat kan op dit moment een speerpunt zijn voor het bedrijfsleven?Martine: “Duurzame inzetbaarheid van je personeel. Dus investeren in het ontwikkelen en opleiden van medewerkers. Daar zijn mooie subsidiepotjes voor. Altijd in cofinanciering, maar soms wordt zelfs tot tachtig procent vergoed. Ik verwacht dat de overheid daar nog wel een tijdje mee doorgaat.”
René: “We maken daar ook veel gebruik van. Uit verschillende hoeken komen potjes vrij. Van gemeente en provincie, maar ook van onze eigen bond NBBU. Jaarlijks kunnen we wel vijftig medewerkers uitkiezen die 2.500 euro subsidie krijgen voor een opleiding. Het enige dat je hoeft aan te tonen, is de behoefte in het kader van loopbaanontwikkeling. Maar, dat is heel breed. Ideaal voor ons als uitzendbureau om op deze manier je mensen te kunnen boeien en binden.”
Daphne: “Bedrijven hebben zeker nog een stevige uitdaging als het gaat om het creëren van die binding. Hoe krijg je vaklieden in beweging om te leren en zich verder te ontwikkelen?”
René: “Herkenbaar. Ga je scholing opleggen, dan gaat het niet werken. Het moet echt vanuit de mensen zelf komen. Ga met elkaar in gesprek over de meerwaarde. Voor hun eigen toekomst en de positie op de arbeidsmarkt. Maar, het is zeker niet gemakkelijk.”
Martine: “Het is goed om de motivatiefactoren en drijfveren van medewerkers te onderzoeken. De een zoekt de zekerheid van een 8 tot 5 baan, terwijl de ander juist wil meedenken, innoveren en flexibel wil zijn.”
Moeten Sallandse bedrijven mee in een cultuurverandering?
Nico: “Als ik naar Bajo kijk, is dat niet nodig. Ons verhaal is dat we groot zijn geworden door klein te blijven. Een open cultuur, een fijne sfeer en leuke activiteiten en feesten. De directie vult ieder jaar een potje met minimaal € 10.000,- en afhankelijk van de winst wordt dat meer. Puur en alleen om leuke dingen te doen. Bij zo’n bedrijf wil je als vakkracht toch werken?”
Daphne: “Eens! Het gaat om het gevoel dat je er bij hoort en trots bent op het werk wat je doet.”
René: “Naar mijn persoonlijke overtuiging zijn veel bedrijven nog best wel traditioneel in hun denken en handelen. Dat ze goede werknemers laten lopen omdat het bedrijf niet meegaat in de wens om vier of zelfs drie dagen in de week te werken. Of bedrijven die iemand niet willen aannemen omdat hij ook al actief is voor een ander bouwbedrijf. Waarom niet? Als het een goede kracht is? Je kunt ook van elkaar leren. Bedrijven in Salland mogen best wat vrijer gaan denken.”
Martine: “Helemaal mee eens René. De huidige jongeren denken ook heel anders. Ze willen niet altijd een fulltime baan. Zijn veel meer bezig met het leven naast het werk en hoe het met privé kan worden gecombineerd.”
Corona was een hele goede wake-upcall en het heeft de arbeidsmarkt flink opgeschud. Maar, gaan we straks niet gewoon weer terug naar de oude manier van werken?
Nico: “Eén ding is zeker: de mogelijkheid voor kantoorpersoneel om thuis te werken blijft zeker.”
René: “Ik ken iemand die werkzaam is in online marketing. Die kan helemaal zelf z’n tijd indelen. Zolang hij maar aan het eind van de week levert wat is afgesproken. Ik geloof daar wel in en ik denk dat heel veel bedrijven gaan inzien dat je daardoor ook minder kantoorruimte nodig hebt.”
Martijn: “Het is dan wel belangrijk om het in de juiste verhouding te blijven zien. Teveel online is ook niet goed, want qua binding kan het natuurlijk nooit tippen aan offline.”
Klinkt allemaal leuk, maar hoe meet je de productiviteit in de thuissituatie?
Martine: “Bedrijven kunnen beter niet denken in het aantal uren, maar meer naar wat de medewerkers aan het eind van de dag moeten hebben opgeleverd. Meer op het resultaat gaan zitten in plaats van te hameren op de urenregistratie. Wel is het belangrijk dat je dan met elkaar in gesprek blijft om te checken of iemand niet continu op z’n tenen loopt en daardoor wellicht burn-outklachten krijgt.”
Kun je corona ook zien als een kans om een nieuwe structuur voor de arbeidsmarkt neer te zetten?
René: “Zeker! Dit is een goede tijd voor zij-instromers. Dus daar kunnen bedrijven mee aan de slag. En we merken zeker ook dat het Sallandse bedrijfsleven meer heeft ingezet op robotisering en digitalisering. Dat is echt in een stroomversnelling gekomen. En dat trekt ook weer een bepaald slag kandidaten aan.”
Daphne: “Het groeiende aantal zij-instromers heeft ons bij de Innovatiehub Salland wel op het idee gebracht om een soort van meeloopdagen te gaan aanbieden. Dan laat je ze kennis maken met verschillende richtingen om in de praktijk te kijken of het iets voor ze is.”
Nico: “Iedereen met twee rechterhanden en een beetje kennis van techniek is eigenlijk welkom!”
Moet je je als werkgever focussen op een goed salarisaanbod of juist op specifieke arbeidsvoorwaarden?
Martijn: “Het gaat om ‘employer branding’. Als werkgever positioneer je je als ‘het mooiste bruidje’. Dat begint met een goed basissalaris, maar het komt niet aan op een paar tientjes. Je ziet steeds meer flexibiliteit in de arbeidsvoorwaarden. Denk aan een individueel keuzebudget voor extra vrije dagen, een opleiding, fiets of verzin het maar.”
René: “Het is als werkgever slim om doorlopend in gesprek te zijn over de employer journey. Zijn inhoud en zinvolheid van het werk nog in overeenstemming met de wens van de medewerker? Het is ook helemaal niet verkeerd als iemand vertrekt die de reis heeft voltooid.”
Daphne: “Ik zie om me heen wel een positieve verandering. Vroeger gingen zulke zaken meer op basis van hiërarchie, terwijl het nu meer in de richting gaat van faciliteren en een coachende rol van de leidinggevende.”
Nico: “De ondernemer van nu herkent de talenten binnen het bedrijf en probeert ze vast te houden. Bij Bajo hebben twee medewerkers zelfs de kans gekregen om samen met ons te starten met een eigen bedrijf. Je kunt er voor kiezen om het niet toe te staan, maar dan ben je ze kwijt.”
Een ondernemer heeft misschien wel eens het gevoel aan de zijlijn te staan als het gaat om de arbeidsmarkt. Maar, wat kan hij/zij zelf doen?
René: “Ik ben geen ondernemer, maar geloof er wel heilig in dat je je eigen kansen moet creëren. Gemeente, provincie, ondernemersverenigingen volgen vaak hoofdlijnen, zien landelijke en lokale trends en spelen daar op in. Ondernemers moeten hun eigen koers varen maar wel proberen om dat met elkaar te verbinden.”
Nico: “Ik moet wel zeggen dat de provincie veel doet aan het stimuleren van opleiding en ontwikkeling door allerlei vouchers beschikbaar te stellen. Vaak blijft het bij gedachten, maar nu is ook echt geld beschikbaar.”
Martijn: “Als ik naar de BNI kijkt, word daar slechts mondjesmaat gebruik van gemaakt.”
Martine: “Ik heb inderdaad een voorlichtingsbijeenkomst bijgewoond waarbij slechts een handjevol ondernemers in de zaal zat. Dat is toch wel zonde.”
Maar, wat is dat dan? Kun je er de vinger op leggen waarom een bedrijf niet aanhaakt terwijl er duidelijk voordeel te behalen valt?
Nico: “Wat ik als accountant hoor, is dat ze vermoeden toch niet in aanmerking te komen voor de subsidie. Binnen Bajo hebben we het gewoon opgepakt en dan zie je dat er heel veel mogelijkheden zijn.”
Martijn: “En andersom denkend: als je jouw collega op cursus stuurt, dan kan hij niet declarabel werken. Dat zou misschien ook een angst kunnen zijn.”
Nico: “Maar als je het doel hebt om te innoveren, dan moet je daar tijd voor vrijmaken.”
Martine: “Wat zeker ook meespeelt, is het imagoprobleem van de overheid. Dat ze het ons over het algemeen niet echt gemakkelijk maken om een formulier in te vullen. Terwijl het in dit geval reuze meevalt…”
Hoe is het met de afstemming onderwijs – arbeidsmarkt. Kunnen daar nog stappen worden gezet?
Martijn: “Bij Windesheim proberen we wel echt de verbinding te zoeken met de praktijk door aan te haken bij Innovatiehubs en dat soort samenwerkingsverbanden. En we halen gastsprekers en docenten uit het werkveld naar binnen. Ook is er veel mogelijk met stages, maar uiteindelijk is het een keuze van de bedrijven. Zie je een stagiaire als een last of als een potentiële werknemer?”
Martine: “Een goede stagiaire kan uitgroeien tot een kandidaat voor een functie. En de provincie Overijssel geeft ook nog eens hele mooie subsidies. Als je een HBO-schoolverlater met maximaal één jaar werkervaring in dienst neemt, kun je tot 30 juni een vergoeding krijgen tot 10.000 euro. Zo’n beslissing moet niet ingegeven zijn door geld, maar het kan wel net dat beslissende zetje geven.”
Daphne: “Als je eenmaal de weg door subsidieland weet te bewandelen, is heel veel mogelijk, maar je moet het wel weten.”
Martijn: “Je kunt het ook eens omdraaien en de studenten informeren. Het is voor hen een extra argument tijdens de sollicitatie. Zo van: ‘als je mij aanneemt, heb je door de subsidie al een derde van de loonkosten terugverdiend’.”Tot slot, moeten we als regio niet eens wat meer de trom roeren?
Martine: “Bescheidenheid is een kwaliteit van deze regio, maar het moet geen valkuil worden. Ik zie veel heil in samenwerking. De Innovatiehub is wat dat betreft een mooi voorbeeld. Met nog meer samenwerking kunnen we echt een mooie beweging laten ontstaan.”
Daphne: “De Innovatiehub kan zeker een inspiratiebron zijn. Ook om aan hoger opgeleide studenten te laten zien dat er in deze regio mooi, sterke bedrijven zijn. De kracht van deze samenwerking is dat de bedrijven Uw Onderhoudspartner Lenferink, Nijhof Installatietechniek, Mensink Bouwbedrijf en Boerhof Projectinrichters echt kijken waar samen winst te behalen valt. Ze doen verschillende dingen, maar delen wel één visie.”
René: “Er is hier veel jeugd dat het Sallandse DNA door de aderen heeft stromen, maar ze blijven toch werkzaam in de grote steden omdat ze het perspectief niet voldoende kennen. Ik vind dus echt dat we wel meer mogen laten zien wat we te bieden hebben.”
Nico: “Het is wel zaak om op te passen dat Zwolle niet de grote bedrijven uit Salland gaat aantrekken. Ik heb wel eens gehoord dat ze daar gewoon grond krijgen aangeboden wanneer ze voor Zwolle kiezen.”
René: “Dat kan eigenlijk helemaal niet. Zeker als je ook nog eens in hetzelfde samenwerkingsverband zit…”
We zijn toegekomen aan de uitsmijter. Vul maar aan: in 2025 moet de Sallandse arbeidsmarkt…
Daphne: “Nog meer sectoren hebben die met elkaar gaan samenwerken. Met als uitgangspunt dat je samen streeft naar één doel. En niet dat je de ander nodig bent om jouw doelen te realiseren.”
René: “Zijn doorontwikkeld. Dat we er in slagen om het arbeidspotentieel in deze regio vast te houden en een goede balans te vinden tussen flexibele en vaste arbeid.”
Martijn: “Doorontwikkeling prima, maar wel met voorzichtige stapjes. Koester ook wat je hebt. Dit is een regio met veel kwaliteit, een brede basis en een goede werkattitude.”
Martine: “Meer werk hebben gemaakt van duurzame inzetbaarheid, dus talent- en loopbaanmanagement. En niet denken in termen van concurrentie. Past een werknemer qua DNA niet bij jou, dan kun je hem of haar misschien wel op weg helpen naar een ander.”
Nico: “Groter zijn geworden, maar wel op onze eigen manier door Sallands te blijven en samen te werken.”
Martijn: “Alleen ga je harder, samen kom je verder.”
Landgoed De Vlaminckhorst:
Modern vergaderen met een zweem van nostalgie
Ben je die saaie kantooromgeving wel een keer beu? Oftewel, ben je op zoek naar een inspirerende locatie voor een vergadering of andere zakelijke bijeenkomst? Neem eens een kijkje bij Landgoed De Vlaminckhorst. Gelegen in een prachtige natuurlijke omgeving aan de rand van de bebouwde kom van Heino. Modern vergaderen in een sfeer van historie en met een zweem van nostalgie!