Hans Reinders: luis in de pels van de traditionele airconditioningindustrie

Oxycom verovert de wereld met natuurlijke airconditioning die ook 90% energie bespaart

Als we hem spreken, is Hans Reinders (66) net terug van een drie weken durend verblijf in het Midden-Oosten. “Het was de bedoeling om tussendoor even terug te komen, maar ik kon een belangrijke afspraak krijgen in Saoedi-Arabië…”, verontschuldigt hij zich nogmaals voor het feit dat de eerste afspraak moest worden verzet.

Het is een regio waar hij veel en graag komt om zaken te doen voor zijn onderneming Oxycom in Raalte dat zich heeft gespecialiseerd in luchtbehandelingssystemen die zich kenmerken door de combinatie van koeling, energiezuinigheid en de aanvoer van verse lucht. “Het is er warm, gemiddeld tussen de 40 en 45 graden. Dat betekent dat zeventig procent van het energieverbruik opgaat aan koeling. En ze hebben daar geld. Dat is de reden dat we ons vizier drie jaar geleden op het Midden-Oosten hebben gericht. Niet meer en niet minder.”

Familie, vrienden, kennissen en zelfs een sporadische vijand herkennen in deze uitspraak voor de volle honderd procent de persoon Hans Reinders. Hij pakt je – of je nu vrouw of man bent – gauw in met zijn charmes en weet zijn toehoorders te prikkelen met mooie en inhoudelijke statements, oneliners en soms confronterende uitspraken. De schare fans van Oxycom maakt dan ook een imposante groei door. Niet alleen in de woestijnlanden, maar ook gewoon in ons eigen kikkerlandje. De orderportefeuille in het eigen, vertrouwde Salland is echter nog mager gevuld. Te weinig bedrijven maken nog gebruik van de Energie Investerings Aftrek (EIA).

De Raaltenaar heeft dus net de World Future Energy Summit (WFES) in Abu Dhabi achter de rug. “Daar wil je echt bij zijn. Wij hebben vaak te maken met de technisch directeuren van grote ketens en bedrijven. Dan heb je het bijvoorbeeld over een supermarktketen met duizenden winkels. Dat soort mensen komt niet naar een aircobeurs, maar zijn wel vertegenwoordigd op de Energy Summit. Ze zijn vooral nieuwsgierig naar nieuwe, duurzame oplossingen. De wil om te veranderen is daar veel groter geworden sinds ze moeten betalen voor de stroom. Dat was altijd gratis.”

Vrouwenrechten

Het is bijzonder om hem zo enthousiast te horen spreken over de mensen uit het Midden-Oosten. Het beeld dat wij westerlingen hebben is er één van energieverslinders en regeringen die het niet zo nauw nemen met de mensenrechten en vrouwen graag klein houden.

Reinders wil z’n ogen zeker niet sluiten voor de uitwassen, maar grijpt graag de gelegenheid om ook de andere kant te laten zien. “Als het Saoedische koningshuis een hand heeft gehad in de moord op de journalist Khashoggi is dat natuurlijk op geen enkele manier goed te praten, maar ik ben wel onder de indruk hoe ze bezig zijn met de ontwikkeling van hun land. Als je in de hoofdstad Riyad bent, zie je dat de jonge vrouwen nu ongesluierd over straat gaan. Dat lokale mensen de plek achter de toonbank hebben ingenomen van gastarbeiders. Dat vrouwenrechten wel degelijk een plek krijgen. En dat de anderhalf miljoen studenten naar de beste universiteiten in de wereld gaan en die ervaring mixen met de eigen Saoedische cultuur.”

Goed, terug naar de handel! Gezien de dagelijkse temperaturen is de airco daar natuurlijk een eerste levensbehoefte. Over het algemeen zijn airco’s echter wel energievreters (in het Midden-Oosten 70% van de dagelijkse energie) en dat heeft Reinders ertoe aangezet om met Oxycom te werken aan een beter en duurzamer alternatief. “In een notendop: onze technologie koelt en verwarmt en zorgt voor 100% verse lucht. En dat gekoppeld aan een energiebesparing van 90%. Recentelijk hebben we een winkelcentrum in Saoedi-Arabië van onze technologie voorzien. Een oppervlakte van 60.000 vierkante meter waar geen traditionele airco meer te vinden is. De eigenaar is bijzonder enthousiast. De frisse, verse lucht zorgt er voor dat bezoekers bereid zijn langer te blijven en dus ook meer te consumeren.”

Ook in het Midden-Oosten wordt steeds meer ingezien wat de meerwaarde is als je de jeugd kansen biedt om zich te ontwikkelen en ze onderneme(nde)r te maken. Het is een thema dat Reinders altijd al heeft aangesproken. Al in zijn periode bij Sallmetall – nu bekend onder de naam Crest – kon hij genieten van de stappen die medewerkers maakten. “Ik ben er van overtuigd dat de kracht van een onderneming mede wordt bepaald door de werksfeer die je creëert. Je bent acht uur per dag op de werkvloer en hebt daar de meeste sociale contacten. Ik vind het belangrijk dat mensen plezier hebben en trots zijn op wat ze doen. We nemen hier ook rustig mensen van 61 jaar aan. Die zijn ongelooflijk gemotiveerd. Niet iedere ondernemer durft dat risico te lopen.”

In zijn ogen is de overheid daar mede debet aan. “Ga maar na: 24 vakantiedagen, twaalf atv-dagen en boven de 50 ook nog een aantal ouwe lullen dagen. Dat is allemaal prima als je stratenmaker bent of in de bouw werkt, maar op kantoor of met ander lichter werk is dat toch lichtelijk overdreven. Sommige goede krachten moet je gewoon acht weken per jaar missen en dat maakt ze een stuk minder aantrekkelijk voor het bedrijfsleven. Ook op latere leeftijd verdien je de kans om te blijven werken. De maatregelen van de overheid ontmoedigen dat en daar word ik wel een beetje somber van.”

Bolknakken en jenever

Wie wel eens met Hans Reinders heeft gesproken, weet dat hij van de hak op de tak springt en van links naar rechts gaat. Wel is altijd sprake van dezelfde rode draad: als hij spreekt, is het gepassioneerd en bevlogen. Zeker als het gaat om zaken doen, handel drijven en het bedrijfsleven. Het kan ook niet anders, want het ondernemerschap is hem met de paplepel ingegoten. “Mijn ouders hadden aan de Marktstraat in Raalte een winkel in huishoudelijke artikelen en gereedschappen. Een soort Blokker. Hoe oud was ik toen al meehielp? Misschien een jaar of 10, 12? Ik leerde spelenderwijs hoe je met klanten omgaat en hoe je elkaar de business moet gunnen. Het was bij ons altijd een zoete inval. Als de boeren naar het dorp kwamen om hun boodschappen te doen en ook bij ons in de winkel kwamen, stonden nadien de bolknakken en de fles jenever op tafel. Dat mijn ouders ondernemers waren, heeft er mede voor gezorgd dat ik een onbezonnen jeugd heb gehad. Mijn ouders waren gewoon wat ruimer van geest.”

De jonge Hans was niet echt geïnteresseerd in wat hij in de schoolbanken allemaal kon opsteken. Niemand keek er dus van op dat hij op 15-jarige leeftijd al elke avond en eens in de veertien dagen een weekend werkte bij een benzinepomp. Toch ging het leren hem eigenlijk best gemakkelijk af. “Ik weet nog dat ik aan het eind van de Handelschool bij de diploma-uitreiking een toespraak kreeg van de schoolleiding. Hoe het toch mogelijk was dat ik mijn diploma had gehaald, want ik was er nooit. Tja, ik was een echte autodidact en dat ben ik nog steeds. Fouten maken, er van leren en dan weer verder. Naar mijn idee word je pas echt goed wakker geschud als je een keer op je bek gaat.” Reinders heeft ze beide meegemaakt, de vette jaren en de magere jaren. Zo was Sallmetall zo’n twintig jaar geleden goed voor veertig miljoen omzet per jaar en met 120 mensen op de loonlijst mocht het bedrijf tot één van de grotere werkgevers van Raalte worden gerekend. “
Die cijfers zijn prachtig, maar toch ben ik het meest trots op de werksfeer. Het mooiste compliment kreeg ik onlangs tijdens een wandeling langs het kanaal van de Raalter ondernemer Tonny Ahlers: ‘Je stond bekend als een goed werkgever’. Zo’n opmerking doet me echt wat.”

Staatsgevaarlijk

Toen zijn moeder MS kreeg, leek de tijd rijp om in het familiebedrijf te stappen, maar vader durfde het niet aan. “Hij was bang dat ik het geld zou opmaken, ha ha.” Het was voor hem het signaal op 24-jarige leeftijd voor zichzelf te beginnen. Vanuit een oude schuur begon hij met een kleine machinefabriek en via Arno Veldhoen van Durisol Mevriet, die me de handel gunde, belandde hij dieper in het bedrijfsleven. Met Sallmetall werd hij groot dankzij nummerplaat- en lamineermachines die door het huidige Crest nog steeds in de gehele wereld worden verkocht.

De groei – naar eigen zeggen door creativiteit en eigen initiatief – van 35% per jaar bleef niet onopgemerkt. Het verhoogde de marktwaarde en zoals wel vaker waren het de Amerikanen die een prachtig aanbod op tafel legden. “Op 48-jarige leeftijd heb ik het toen verkocht. Je krijgt een leuke cheque, maar een half jaar later zat ik de tuin met het gevoel nutteloos te zijn en ik miste mijn collega’s en medewerkers. En natuurlijk was ik veel te jong om niets te doen. Op dat moment ben ik echt staatsgevaarlijk en wil ik het liefst van een appelboom een perenboom maken.”
Natuurlijk heeft Reinders in die tijd meer dan eens in de spiegel gekeken, maar hij wist heel goed waar z’n kracht en z’n zwakte liggen. Qua type past hij beter bij de visionair die z’n tijd ver vooruit is dan bij de aannemer die week in week uit hetzelfde soort huis oplevert. Het voor de muziek uitlopen, het spreekt hem ontzettend aan. De geboren Raaltenaar – hij woont inmiddels in Warnsveld – zou zelfs niet zonder kunnen. Het is een soort cocktail die hem zowel energie als onrust bezorgt, want denk vooral niet dat het alleen rozengeur en maneschijn is. “Een visionair heeft soms een slecht leven.”

Het bleef kriebelen en het kriebelde nog meer nadat hij een rapport van de Wereldbank onder ogen kreeg. De strekking: we moeten vol aan de bak om onze planeet te redden. “Klip en klaar werd gesteld dat we een verplichting hebben om te kijken hoe we het milieu kunnen opbouwen voor onze kinderen”, aldus Reinders die ondanks dit besef zeker niet roomser dan de paus wil zijn. “Ook ik kom uit de tijd dat het heel normaal was dat je de dop van de heftruck afhaalde om de olie in de grond te laten lopen.”

Geldingsdrang

Reinders besloot zijn duurzaamheidswens specifiek te maken en zich te richten op het principe dat je met duizend liter water zevenhonderd kwh koelvermogen kunt produceren. “Dat is interessant, dacht ik. Drie jaar na de verkoop van Sallmetall ging ik met twee oud-medewerkers weer aan de slag en dat leidde tot de eerste warmtewisselaar op basis van waterverdamping.”
In 2004 was de machine gereed voor productie, maar helaas bleven de orders uit. De tijd was er niet rijp voor. “Niemand sprak toen nog over de kwaliteit van de lucht in kantoren, ventilatie of over energiebesparing. Bouwers en installateurs deden (en doen) vooral nog aan copy & paste. Ik loop er nog dagelijks tegenaan dat de wil om iets bij te dragen aan een gezonde en betere werkomgeving matig is.” In 2004 liep Reinders naar eigen zeggen mijlenver voor de markt uit, maar een Don Quichotte was hij niet. Want, hij wist wel spraakmakende projecten als een ziekenhuis in Zeist, het hoofdkantoor van Bayer, Rijksuniversiteit Groningen en de vestigingen van McDonalds op te leveren. “En in dat jaar liep ik ook de eigenaar van Hymer Caravans tegen het lijf op een beurs. We raakten aan de praat met als gevolg dat we in 2005 een order van 25 miljoen euro scoorden. Zestigduizend caravankoelers in vijf jaar was de opdracht. Medio 2005 moesten we leveren. Echter, de nieuwe productielijn voor warmtewisselaars kon de snelheid niet aan waardoor we niet aan de vraag konden voldoen. Achttien maanden en achtduizend units verder trok Hymer de keutel in en daar sta je dan.”

Lange neus

Een nieuwe aandeelhouder stapte in en zorgde voor nieuw geld, want het bleef wel interessante technologie. “Ik verdween toen door de achterdeur, maar na drie jaar was er op geen enkel gebied resultaat geboekt. Ze kregen het niet aan het draaien.” Toen het bedrijf opnieuw op de markt kwam, aarzelde Reinders geen moment en hapte hij (opnieuw) toe. Waarom toch in vredesnaam? “Het heeft zeker te maken met een stuk geldingsdrang. Ik kreeg niet de kans om me te bewijzen. Als ik in de spiegel keek, zag ik een loser. Kortom, ik wilde het karwei afmaken.”
Dat klinkt gemakkelijker dan het in werkelijkheid was, want – inmiddels zijn we aanbeland in 2010 – de economische crisis was in alle hevigheid voel- en merkbaar. Ontwikkelingsmaatschappijen, banken; niemand die Hans Reinders en z’n zoon Bart, die inmiddels had besloten om deelgenoot te worden van de droom van pa, financieel wilde ondersteunen. “Zelfs met drie miljoen euro aan garanties en honderd procent dekking kregen we nog nul op ons rekest. Ik ben vooral teleurgesteld over de onwil om mee te financieren vanuit de juist daarvoor opgerichte ontwikkelingsmaatschappij in Overijssel en Gelderland.”

Toch bleken de vele uren relatiebeheer in de jaren daarvoor lonend te zijn geweest. Een trouwe aandeelhouder van het eerste uur bleek opnieuw bereid mee te doen en er kwam een nieuwe investeerder bij. “Maar, het kwam natuurlijk voor een groot deel ook aan op m’n eigen centen”, vervolgt hij zijn relaas. “Ik heb alles van de hand gedaan inclusief een oude cementfabriek aan het Comomeer. We zijn acht jaar bezig geweest om een vergunning te krijgen en daar twintig appartementen te realiseren. Dat is even slikken, maar wat me de meeste pijn heeft gedaan, is dat bekenden snel oordelen. Ik heb in die tijd echt een paar goede vrienden verloren. Heb me ook wel eens afgevraagd wat ik hier nog doe in Raalte. Ik werk in Raalte, maar mijn leven is in Warnsveld waar ik geniet van mijn gezin en weekenden met vrienden. Dat heeft me ook door de moeilijke tijden geholpen.”

Je kunt Reinders niet gauw op rancune betrappen. Zijn lange neus maakt hij wel met de huidige ontwikkeling van Oxycom. Het woord koeling dekt inmiddels de lading niet meer, want het is veel meer dan dat. Met de eigen luchtbehandelingssystemen schept Oxycom een klimaat waarin mensen optimaal functioneren. Of het nu gaat om werk, wonen en/of recreëren. En of het nu gaat om woestijnlanden als Dubai of in het westerse deel van de wereld. In Nederland en zeker ook Salland is in ieder geval nog veel winst te behalen. Het begint in zijn ogen met de juiste mindset. “Ik verbaas me er over dat het hier in de duurzaamheidsdiscussie veelal gaat om terugverdientijd, terwijl het bedrijfsleven veel meer moet kijken naar de gezondheid van de medewerkers. Dat komt het rendement ten goede, maar je hebt ook een sociale verplichting.”

Oxycom maakt momenteel flinke stappen. De orders worden groter en ook de omzet groeit significant. Van de eerste miljoen euro in 2017 naar een te verwachten zes à zeven miljoen in dit jaar. “En in de pijplijn zit nog wel voor 25 miljoen euro aan aanvragen. Dit zijn veelal nieuw ontwikkelde producten die drie jaar geleden nog niet op de markt waren. Het is het resultaat van een grote investering in het team dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van nieuwe luchtbehandelingssystemen. Voor Trane, één van de grootste aircoproducten ter wereld, leveren we bijvoorbeeld onze technologie ten bate van drie datacenters in Amsterdam en Londen. Ook Albert Heijn is een afnemer van deze technologie. Meer dan honderd winkels zijn hiermee uitgerust. Afhankelijk van de buitentemperatuur bespaart het tot veertig procent op het stroomverbruik van koelinstallaties.”

Vincent van Gogh

Ontwikkeling blijft tot in de lengte van dagen een pijler onder zijn Oxycom, maar een andere grote uitdaging ligt op het vlak van de logistiek. Als we door het grote pand lopen, zien we de pallets met bestellingen voor allerlei tropische bestemmingen klaar staan. Het is maar de vraag of het in de komende jaren allemaal vanuit Raalte kan worden gedaan. Een assemblagelocatie in pakweg het Midden-Oosten of Zuid-Amerika lijkt ook qua kostenbeheersing voor de hand te leggen. “Daar moet het wel naar toe”, beseft Reinders. “Zeker als je het hebt over de grote opdrachten voor ketens. Nu is bijvoorbeeld een opdracht binnengekomen voor luchtkoelers op het dak van tweehonderd bankgebouwen in het Midden-Oosten. En vanuit Mexico ontvangen we een aanvraag om veertienduizend winkels te voorzien van onze koelmachine die slechts één kilowatt stroom vreet in plaats van de gebruikelijke twaalf kilowatt.”

Tegenover me zit een man van 66 met de energie van een jonge kerel. Die de hele wereld over vliegt om relaties aan te boren, zijn visie te presenteren en opdrachten binnen te halen. “Tja, ik ben nog lang niet klaar. Vind het ook mooi dat mijn zoon Bart de beslissing heeft genomen om tegelijk met mij in het bedrijf te stappen. Hij is behoudender, maakt af waar hij aan begint en is de slimste van ons tweeën. We zijn wel goed in balans.”

Het mooie dat hij door z’n leeftijd alle recht heeft om terug te kijken, maar het liefst vooruit wil kijken naar die stip op de horizon. Toch, zo aan het eind van een lang gesprek, moeten we het hem vragen: hoe wil hij worden herinnerd? Als een soort Vincent van Gogh? In het leven onbegrepen, maar na z’n dood erkend als een groot kunstenaar? “Ik zou mezelf geen groot kunstenaar willen noemen. Wel vind ik dat ieder mens min of meer de plicht heeft iets met z’n talenten te doen. De vergelijking met Van Gogh gaat me veel te ver, al kan ik me wel herkennen in zijn momenten van wanhoop…. Nee, waarschijnlijk ben ik meer een luis in de pels van de traditionele industrie en met dat beeld heb ik helemaal geen moeite. Het is belangrijk om op deze manier bij te dragen aan een gezonde werk- en woonomgeving en een goede toekomst voor de volgende generatie!”

Delen:

Deel dit artikel!