Is Hennie van der Most de laatste der Mohikanen van generatie “niet lullen maar poetsen?”
Beschrijf hem als een ondernemer zonder opleiding en hij barst in lachen uit. Waar iemand anders bij zo’n titel misschien van schaamte onder de tafel zou kruipen, kijkt Hennie van der Most je aan met een blik van ‘als ik zonder opleiding niet zou kunnen functioneren, hoe kom ik dan aan achttien succesvolle bedrijven’? Je kunt niet anders dan hem gelijk geven. En dus doen we er goed aan om al zijn oneliners en ervaringen uit de dagelijkse praktijk van het zakendoen als een soort levensnectar op te zuigen Want, zonder enige twijfel kunnen we natuurlijk veel leren van de man die de schoolbanken het liefst vermeed.
We spreken af in Schuinesloot, een dorp op de grens van Overijssel en Drenthe en in de nabijheid van zijn geboorteplaats Hardenberg. Hier houdt hij graag domicilie en ontvangt hij gasten op zijn eigen industrieterrein met meerdere bedrijven die de naam (van der) Most dragen. We kijken naar de lucht. Kunnen we het molenwieken van zijn favoriete vervoermiddel, de helikopter, al horen? Nee dus! Van der Most maakt geruisloos zijn entree. In een statige zwarte Mercedes. Zonder chauffeur, zonder maatpak om de lendenen. Relaxed in een pantalon met trui en een sigaartje in de hand.
Nog één snel telefoontje, een kop koffie bij de hand en hij steekt van wal. Want tijd is geld! Hij heeft slechts enkele minuten nodig om één van zijn bekende stokpaardjes van stal te halen. Natuurlijk moet hij af en toe zaken doen met ondernemers die schermen met een universitaire opleiding, maar het liefst heeft Van der Most te doen met het werkvolk. “Ik kom veel mensen tegen die hebben gestudeerd. Het zijn misschien prima managers, maar dat betekent nog niet dat ze ondernemer zijn. Of dat ze onze economie draaiende houden. Als je alle praters op vakantie stuurt, draait de economie gewoon door. Stoppen de handjes voor slechts vijf minuten, dan ligt alles plat.”
Het is één van zijn mantra’s: ‘ondernemen kun je niet leren, dat zit in het bloed’. “Weet je welk groot Nederlands bedrijf ook in een schuurtje is gestart? Philips! Dat zijn de echte ondernemers. Met weinig beginnen en met creativiteit en doorzettingsvermogen een mooi bedrijf uit de grond stampen.”
Wie het vorenstaande leest en zich verdiept in het levensverhaal van Van der Most (geen opleiding, begonnen als oud ijzer boer en uitgegroeid tot één van de grootste ondernemers van Nederland) zal misschien niet vermoeden dat juist hij een pleidooi houdt voor beter technisch onderwijs. “Tegenwoordig leiden we alleen praters op. En wat is het gevolg? Nog meer bureaucratie. Ik zeg het al jaren, maar ik voel me wel eens een roepende in de woestijn.”
Sociaal ontslagrecht
Met een beetje gevoel voor dramatiek behoort Van der Most tot de laatsten der Mohikanen, want het type van ‘niet lullen maar poetsen’ wordt zeldzaam. De vraag dient zich daarom aan of hij in de huidige maatschappij, die bol staat van informatisering en automatisering, net zo succesvol zou zijn geweest. “Waarom niet?”, vraagt hij zich hardop af. “Als ik morgen niets meer zou hebben, bedenk ik toch weer wat. Er is altijd ruimte voor een goed idee. Het komt in me op zoals een kunstenaar een creatieve ingeving krijgt. Daarna moet je er gewoon mee aan de slag. Ga er vol voor, zet door en let vooral niet op de tijd. Met een 9 tot 5 mentaliteit red je het niet”, doceert hij één van zijn favoriete lessen die hij op verzoek ook regelmatig over een gezelschap ondernemers in het land uitstrooit.
Hij houdt zelf graag meerdere ballen in de lucht en ondanks zijn gevorderde leeftijd (67 jaar) schuwt hij de werkweken van 70 tot 80 uur nog steeds niet. “Het heeft er altijd in gezeten. Zowel het ondernemerschap als het harde werken. Vroeger toen ik voor de baas werkte, was ik ook regelmatig aan het beunhazen. Een ander was ’s avonds of op zaterdag aan het kaarten, ik was voor mezelf aan het werk om een extraatje te verdienen en iets op te bouwen.”
Van der Most wil er maar aangeven dat het een keuze is hoe ver je wilt gaan om het eigen ondernemerschap na te jagen. Ook al blijf je in loondienst, dan nog juicht hij het toe dat mensen regelmatig van baan veranderen. “Mensen hebben de neiging te lang te blijven hangen. Zelf heb ik ook vijf à zes bazen gediend voordat ik voor mezelf begon. Het is een verrijking van het leven, want je steekt overal wat op. Persoonlijk ben ik ook een voorstander van sociaal ontslagrecht. Het moet gemakkelijker worden om werknemers te ontslaan. Je moet op een nette manier afscheid nemen, maar het bevordert een wisseling van de wacht. Dat is een goede zaak.”
Tik om de oren
Als je de kans krijgt om Hennie van der Most een uur te spreken, dan kun je niet om die ene vraag heen waarop iedereen het antwoord wil hebben: wat is toch zijn geheim voor het succesvol zakendoen? “Geheim?”, herhaalt hij ogenschijnlijk om zichzelf wat meer tijd te geven. “Waarschijnlijk zie ik mogelijkheden die een ander niet ziet. Als ik bij een oude aardappelmeelfabriek, kerncentrale of vuilverbrander (zijn laatste project in Rotterdam, rb) ben, dan borrelen allerlei ideeën op. Die creativiteit kun je niet leren. Dat krijg je van huis mee. Het gevaar is wel dat je zoveel dingen tegelijk doet en toch snel moet beslissen. Soms gaat het gewoon te snel.”
Een geheim heeft hij dus niet echt, maar naar eigen zeggen heeft hij wel een duidelijk motto: simpel denken. “Daarmee heb ik al mijn bedrijven opgebouwd. Als gebruikt ijzer nog goed is, kan het een nieuwe bestemming krijgen. Als je een zwembad in een schuur kunt maken, dan kan het ook in een bedrijfsgebouw. En als je dan een gat in de vloer hebt, moet je zorgen dat het zwembad daarin past”, zegt hij lachend. Om er maar mee aan te geven dat ondernemen niet ingewikkeld hoeft te zijn, maar dat ondernemers het zelf soms ingewikkeld maken. “Natuurlijk heeft het me wel geholpen dat de banken vroeger scheutiger waren met het verstrekken van financieringen. Toen werd vaak nog op basis van gevoel gehandeld.”
Onze gesprekspartner zegt zonder uitzondering trots te zijn op zijn bedrijven. Van de eerste handel in oud ijzer tot aan Wunderland Kalkar en van de Bonte Wever tot Speelstad Oranje. Als je denkt dat hij altijd (oud) ijzer in goud kan veranderen, heb je het mis. Ook Van der Most heeft zijn tegenslagen gehad. Zoals de brand die de Bonte Wever in de as legde en ook de recente economische crisis heeft zijn sporen nagelaten. “Ja, ik heb een aardige tik om de oren gehad en dat kost veel negatieve energie”, bekent hij. “Maar, het geeft je ook wel weer een duw in de rug om anders te denken en op zoek te gaan naar creatieve oplossingen. Zo ben ik onder andere in de revisie en nieuwbouw van attracties gestapt, zowel voor binnen- als buitenlandse klanten. Dat geeft extra zekerheid.”
Franciscushof
Van der Most heeft in Nederland een indrukwekkende reputatie opgebouwd als het gaat om het ombouwen van oude gebouwen tot attractieparadijzen en horecaformules. Hoewel Preston Palace in Almelo een aantal jaren geleden in de handen van het personeel is overgegaan, blijft die naam aan hem plakken als ware het twee secondenlijm. “Daar ben ik nog steeds heel trots op. We hebben toen een formule gekozen die uniek was in Nederland. Deze all-inn formule van eten, drinken, vermaak en overnachten is nog steeds niet geëvenaard.”
Ooit was hij ook die druistige ondernemer die door het zakenleven kon stappen als de koe die na een lange winter voor het eerst het weiland in mag. Ooit was een groot deel van hem ook die ondernemer die alles wilde controleren en het zelf in de hand wilde houden. Maar hij heeft bijgeleerd. “Ondernemers hebben de neiging om teveel naar zich toe te trekken, maar je moet ook kunnen weggeven. Dat betekent delegeren, maar ook jouw medewerkers de ruimte geven zich te ontwikkelen en te ontplooien. Zelf merk ik echt dat ik nu moet focussen. Enerzijds omdat ik achttien bedrijven heb met zeshonderd man personeel. Anderzijds omdat het andere tijden zijn die verlangen dat je meer actief bent als people manager.”
We naderen het moment dat we het gesprek helaas moeten beëindigen om ook onze celluloidkunstenaar de rust en ruimte te geven mooie plaatjes te schieten. Een laatste vraag ligt in ieder geval voor de hand. Heeft hij ooit plannen gehad voor een mooi project in Salland? Van der Most moet even denken, maar dan komt het: “Dat zorgcentrum in Raalte, daar ben ik zo’n vijftien jaar geleden nog mee bezig geweest.” Als we hem enigszins wazig aankijken en op de proppen komen met namen als Swaenewoerd en Angeli Custodes mompelt hij iets over theater. “De Franciscushof. Inderdaad, dat was het. Daar had ik wel wat moois van kunnen maken, maar de bureaucratie hield me tegen. Wat? Nou, ik zag een groot vrijetijdscentrum op die locatie wel zitten.”
TCR Tours biedt een speciale Hennie van der Most tour aan, waarbij je een kijkje in de keuken krijgt van een aantal bedrijven van Hennie. Voor meer informatie: www.tcr-tours.nl