Pleidooi voor verdere integratie duurzaamheid
Waarschijnlijk blijft er altijd ruimte voor de traditionele installatiebedrijven die gewoon hun werk doen zoals ze altijd hebben gedaan. Aan de andere kant zijn er installateurs die tijdig inzien dat ze moeten meegaan met de tijd en bereid moeten zijn te investeren in nieuwe ontwikkelingen en technieken. De laatste categorie lijkt te zijn gecreëerd voor Disselhorst Green Energy. Het is dus tijd om eigenaar Martin Blokvoort aan het woord te laten. “Met de ervaring van nu geef je het advies van morgen”, geeft hij al een fraaie voorzet.
Er wordt momenteel veel aandacht besteed aan het gasloos bouwen. Kies je nu voor een nieuwbouwwoning, dan is het een keiharde verplichting om een alternatief voor (aard)gas aan te boren. En uiteindelijk moeten we ook in de bestaande bouw toe naar een gasloos alternatief. Voor het bedrijfsleven is het natuurlijk niet anders Veel particulieren en ondernemers staan echter met de handen in het haar en hebben grote behoefte aan advies. Een koopsignaal waar een handige ondernemer als Blokvoort graag op inspringt met de oprichting van een adviestak binnen Disselhorst Green Energy.
In de eigen communicatiemiddelen pretendeert Disselhorst Green Energy eerlijk en objectief advies te geven als het gaat om het opwekken van energie uit natuurlijke bronnen. Dat is mooi geschreven, maar ik neem toch aan dat jullie zelf ook graag het installatiewerk doen. Dus, hoe onafhankelijk ben je dan?
Blokvoort: “Nou, dat zal je meevallen. We brengen een maatwerkadviesrapport uit. Merkonafhankelijk, gericht op de actualiteit en producten in de markt en een volledig vrij keuze van installateur. Je moet ook zo realistisch zijn dat we niet alle werkzaamheden zelf kunnen uitvoeren. Daarvoor is de markt veel te groot.”
Er wordt de laatste jaren veel gesproken over duurzaamheid. Heb je ook het idee dat er momenteel in het bedrijfsleven sprake is van ‘geen woorden, maar daden’?
Blokvoort: “Veel bedrijven komen uit een economische periode waarin ze het moeilijk hebben gehad. Sommigen hebben het ternauwer-nood overleefd en dan moet je eerst reserves opbouwen. We merken dat er nu weer geïnvesteerd gaat worden. En dan is de volgorde misschien wel: eerst besparen en dan opwekken! Het is ook niet meer geheel vrijblijvend, want het Activiteitenbesluit milieubeheer heeft een duidelijke verplichting voor bedrijven en instellingen die vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas per jaar verbruiken. Zij moeten alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder treffen.” Er is op een eenvoudige manier veel winst te behalen?
“Jazeker! In veel gebouwen zijn cv-ketels en radiatoren nog de verwarmingsbron. Als wij die opnieuw inregelen, kunnen we al een besparing van minimaal 15% realiseren. En zo is er een waslijst met erkende maatregelen van het RVO waarmee je voordeel behaalt. Laat ons een paar uur langs komen en we komen met een goed advies waarbij we inzichtelijk maken hoe snel jij jouw investering terugverdient. Het is een goede tijd om iets te doen, want de banken zijn ook wel bereid om mee te werken. Ze verstrekken bijvoorbeeld gemakkelijker een groene lening met lage rentepercentages (momenteel 0,8%).”
Ik kan me voorstellen dat een veranderende markt ook leidt tot een andere blik op het eigen personeelsbeleid. Klopt dat?
“We besteden veel tijd aan het opleiden van personeel voor de verschillende richtingen van de duurzame energie. Onze kennis en ervaringen wordt zo nog verder uitgebreid. Daarnaast is voor het verduurzamen van bestaande panden ook bouwkundige kennis nodig. Wij hebben eind 2017 daarom bewust iemand aangenomen met kennis van de bouw. Een koppeling van bouwkunde en installatietechniek, daar ligt volgens mij de toekomst.”
De ontwikkelingen gaan snel. Als we jou vragen om de blik te richten op het jaar 2024, waar staan we dan?
Blokvoort: “De ontwikkeling van waterstof gaat in sneltreinvaart. Deze alternatieve brandstof gaat vele nieuwe deuren openen! Je mag ook verwachten dat er dan nog meer elektrisch wordt gereden en dat betekent dat er in de regio veel elektrische laadpalen bij moeten komen. Niet voor niets zijn we al eerder in deze markt gedoken. Waar het naar toe gaat, is dat één op de tien parkeerplaatsen moet worden voorzien van een laadpaal. Ook het bedrijfsleven moet daar dus op inspelen.”